De ouders van Marjolijn van Heemstra namen in 1975 een Koerdische vluchteling in huis. Samen met andere Koerden die toen naar Nederland kwamen, halen ze herinneringen op. In die jaren was vluchteling zijn makkelijker, toen de Nederlandse samenleving nog open en nieuwsgierig was. ‘Vluchtelingen worden nu alleen maar aangesproken op hun slachtofferschap, dat is geen basis voor echt contact.’

Op 12 mei 1975 landde op Schiphol een Air France-toestel met aan boord zestien Iraakse Koerden, voor het overgrote deel peshmerga’s uit de staf van de Koerdische leider Mustafa Barzani. Ze hadden nauwelijks iets bij zich. Kleren en diploma’s. Eén van hen had alleen een koffer mee vol dia’s uit Irak. Hun komst was de aankondiging van een nieuw soort vluchteling die niets te maken had met het bekende ijzeren gordijn of de overzichtelijke tegenstelling tussen linkse en rechtse regimes. Het verhaal van de onderdrukking van de Koerden was in Nederland vrijwel onbekend, voor de meeste mensen...