Verslag / Ramsey Nasr in China

FAKE, staat op het ijzeren bordje te lezen. Daarboven het huisnummer. Ik druk op de bel. Vreemd, de straat is verlaten. Geen politie, geen traag passerende auto’s, niemand om mij in de gaten te houden. Alleen de late zon die in mijn nek brandt.

Als de azuurblauwe poort wordt geopend, maant een Chinese vrouw me binnen te komen. Alsof ze me verwacht. Ik stap over een hoge drempel.

Op de vierkante binnenplaats staan steenblokken aan de rand van het grasperk opgesteld, klaar om bewerkt te worden – of misschien juist verweerd door de tijd. Verder twee liggende rammen die mijn aandacht trekken, de stenen koppen naar mij toe. Ze lijken eeuwenoud, maar Chinezen zijn meesters in het nieuw bouwen van antiek. Links, op een lege sokkel, ligt een rosse kater languit gestrekt in de zon, voor mij wandelt loom een zwarte pers langs. Hij trekt zich onder een struik terug. Alles lijkt hier stil te staan. Op een tafel in de vierkante tuin liggen stenen geordend in...