22-08-2009
Door Karin Amatmoekrim

Tegenwoordig weet Karin Amatmoekrim dat ze, als ze naar Suriname gaat, geen tochtjes meer met haar vader moet maken. ‘Dit bos was niet onschuldig mooi. Het was machtig en boos en allesverslindend.’

Vakantie is: niet naar Suriname gaan. Dat geldt althans voor de Surinamer in het algemeen, en voor mij in het bijzonder. Een Surinamer die teruggaat, doet dat namelijk vaak om familie te bezoeken. Heel fijn en gezellig, met als nadeel dat je die familie aan het einde van die vakantie weer achter moet laten. Dat is pijnlijk. En dus is Suriname voor de Surinamer geen echt vakantieland.

Een Nederlander kan daarentegen best op vakantie naar Suriname. Mooi weer, goedkoop en je kan er gewoon je moerstaal blijven praten. En dan is er natuurlijk de ongekend rijke natuur, die veel toeristen trekt. Mij trekt dat nou juist helemaal niet. Ik hou namelijk niet van een ongekend rijke natuur. Ik hou niet van avontuurlijk. Tegenwoordig weet ik wat te doen en vooral...