Pia de Jong over bonjour tristesse

Hier sprak iemand die aan hetzelfde leed als ik

Cécile was zeventien en flaneerde met haar vader over de boulevards van Saint-Tropez. Tegen een uur of vijf dronken ze champagne op een van de vele terrassen en na het diner dansten ze in nachtclubs of pokerden ze in casino’s. Cécile droeg dan een avondjurk, volgens eigen zeggen te exotisch voor haar leeftijd, en stak af en toe achteloos een sigaret op. Behalve haar vader was er nog Cyril, een mooie jongen die niets liever wilde dan zijn verdere leven met haar en haar alleen doorbrengen. En haar in het vooronder van zijn boot beminnen natuurlijk.

Ik daarentegen woonde in een keurige villawijk. Elke ochtend om acht uur vertrok ik op mijn Gazelle naar het Lyceum, meestal hard trappend bij tegenwind en anders wel zwetend onder een plastic regenponcho. Mijn vader probeerde me op te voeden tot een respectabele dame en, o ja, uit eten gaan was volgens mijn oer-Hollandse moeder toch vooral zonde van het...