Profiel / J.P. Balkenende Deel 2: de Amstelveense jaren

‘Wij poffen alleen aardappelen,’ waarschuwt een opschrift boven de bar, want bij café Rooie Nelis in de Amsterdamse Jordaan weten ze wat humor is. Het dranklokaal fungeert nog steeds elke dinsdagavond als trefpunt voor leden van de ‘oratorische studentenvereniging’ P.A.S.C.A.L (de betekenis van die afkorting schijnt strikt geheim te zijn). Uitbaatster Rooie Sien en haar echtgenoot Zwarte Gerrit herinneren zich als de dag van gisteren hoe de huidige premier van Nederland aan de tapkast stond. Keurige jongen, type jasje-dasje. Dat café Rooie Nelis tot stamkroeg werd uitverkoren, blijkt uit een ingelijste oorkonde die in 1964 aan ‘magistra couponarum’ (ereschenkster) Sara Hendrika Blommers Ruwaard, alias Rooie Sien, werd uitgereikt.

Kort nadat Balkenende in 1974 het ouderlijk huis in Kapelle-Biezinge had verlaten om in Amsterdam te gaan studeren, werd hij lid van het dispuut, dat later overging naar het...