‘De jeugd lijkt ervan overtuigd dat ze de hedendaagse technologie heeft uitgevonden. Ze denken dat mensen van mijn leeftijd niet weten hoe we met internet en digitale apparaten om moeten gaan. Vreemd, want wij staan juist midden in de geschiedenis van informatica, leren programmeren en computers bouwen. Al vanaf de jaren tachtig zijn we gewend om digitaal te denken. Mijn generatie is hierin een scharnierpunt. Ik weet nog dat mensen opgewonden zeiden: “Ik ben ergens geweest waar ze toegang hadden tot alles en iedereen.” Ze hadden het over internet.

We zijn tweetalig opgevoed. Enerzijds kennen we het oude systeem van bibliotheken, we kunnen ons door een boek heen worstelen. Anderzijds zijn we succesvol geëmigreerd naar een digitaal bestaan. Al die dingen die we in een vroeger leven deden, doen we nu ook, maar dan online. En we doen dezelfde dingen niet. Mensen spelen eindeloos spelletjes op internet, daar houd ik helemaal niet van, maar van ganzenborden ook niet.

De nieuwe generatie...