Muziek / Esquivel

In 1998 stonden Bas Albers en ik, in die tijd ook bekend als de Easy Aloha’s, voor een deur in Jiutepec, ongeveer een uur rijden van Mexico City. Achter de schutting plonsde water en pruttelde blikkerige housemuziek. Een paar minuten draalden we voordat we aan durfden te bellen. De deur ging open en wij vertelden dat we voor Juan García Esquivel kwamen. Een vrouw liet ons binnen via de tuin, waar jongens en meisjes in zwembroek aan de rand van een zwembad stonden. We liepen achter haar aan naar binnen.

In een donkere kamer lag een oude man naar MTV te kijken. Aan de muur hingen oude foto’s van Esquivel in Las Vegas en een karikatuur van de bigbandleider met een enorme hoekige bril. Esquivel kon niet meer lopen. Hij had last van zijn rug, zijn heup en zijn kaak. In het raamkozijn lag een pakje Rohypnol. Soms verscheen een wrange grimas op zijn gezicht. Af en toe leek hij een beetje weg te zakken. Maar steeds als het gesprek op mooie vrouwen kwam, klaarde hij...