Gek word ik ervan, de neiging om onvergelijkbare grootheden gelijk te schakelen, complexe kwesties moeiteloos af te wisselen met een fait divers dat die dag toevallig ook even kwam buurten – en dat alles op de pertinente en tegelijkertijd niet-verplichtende toon van de eeuwigdurende verontwaardiging.

‘Dit driftig nihilisme’ noemt de Franse denker Finkielkraut het. ‘Een paar laarzen doet niet onder voor Shakespeare, als het maar de naam draagt van een beroemd designer, een mooie voetbalwedstrijd niet voor een ballet van Pina Bausch.’ En wij Nederlanders zijn er deze week dus in geslaagd een nieuw wapenfeit aan deze kaalslagwedstrijd toe te voegen; de schanddaad van de Holocaust heeft hetzelfde soortgelijke gewicht gekregen als de kwestie van de gesluierde koningin.

Dit is het land waarin ik dacht opgegroeid te zijn, het land waarin ik praktisch mijn leven lang woon. Er bestond vanaf de jaren zestig en zeventig geen twijfel over het grootste schandaal van die Hollandse twintigste...