Na het referendum worstelt het kabinet met een wirwar aan losse eindjes. De PvdA, D66 en GroenLinks wrijven in hun handen. Krijgen ze, na járen proberen, een bindend referendum opnieuw op de agenda?

De Nacht van Wiegel herinner ik me nog als de dag van gisteren (hè bah, wat een flauwe woordspeling aan het begin van een stuk). In de statige vergaderzaal van de Eerste Kamer ontstond grote deining toen het voorstel van PvdA-minister van Binnenlandse Zaken Peper om het bindend referendum in te voeren net één stem tekort kwam. Na uren lang discussiëren oordeelde Wiegel, toen al een politieke dinosaurus, dat de voorgestelde volksraadpleging een aantasting was van ons parlementaire stelsel. Het was woensdagochtend 19 mei 1999, de klok had net half twee geslagen.

Toch was het kabinet-Kok, waarvan Peper deel uitmaakte, niet over één nacht ijs gegaan (nu doe je het weer, Max!). Het referendum was al in 1985 voorgesteld door een staatscommissie onder voorzitterschap van...