Max Cavalera staat niet bekend om zijn fijnbesnaardheid. Wel om loodzwaar metaal, een stem als een stoomwals en liedteksten als: ‘The pest in the eyes of death follows us, through the dirty streets of blood.’ Dus als de voorman van de Braziliaanse trashband Sepultura in 2002 naar Crossing Border komt om voor te lezen uit eigen werk, houdt iedereen zijn hart vast. Op de avond zelf is de kleine zaal van de Melkweg afgeladen met metalheads. Als Cavalera, voorzien van tribal-tatoeages, geblondeerde dreadlocks en een imposante sik, het podium betreedt, stijgt een dierlijk gebrul op. De Braziliaan haalt een velletje papier te voorschijn en vangt aan met de eerste zinnen. Hortend en stotend komen ze uit zijn mond. Na een paar minuten: tranen. Cavalera verontschuldigt zich, iets met een vriendin die net is overleden, en gaat verder. Maar binnen een paar minuten staat hij als een klein kind te grienen. Zijn vrouw rent het podium op en begint hem te troosten. Al snel besluit ze dat het...