In Amerika is ze een bestsellerauteur, ‘onze’ Marieke Nijkamp. Vanuit haar thuisbasis in de Achterhoek schreef zij ‘This is where it ends’, een fictief verslag van vier scholieren tijdens een massaschietpartij op een middelbare school in Colorado.

U hebt het zich als volwassen Nederlandse wel lastig gemaakt. In het Engels, in Amerika, voor de meest ingewikkelde leeftijdscategorie binnen de literatuur: Young Adult.
‘Ja, het is een raar verhaal. Tijdens mijn studie heb ik een tijdlang in Engeland gewoond, en ik reis veel. Als ik dan weer ergens zat, in de hoek met mijn notitieboekje, kreeg ik te horen: “We zien je altijd schrijven, maar we willen het ook eens lezen.” Bovendien ligt Engels me goed. Ik schrijf al acht jaar in het Engels en wil niet anders meer. De taal die tieners spreken, is wel een stuk lastiger. Je moet echt een knop omzetten, want je wilt niet overkomen als zo’n oud persoon, weet je wel, iemand die vijftien jaar meer levenservaring heeft en ze wel eens gaat vertellen hoe het zit. In Nederland is Young Adult-literatuur niet vanzelfsprekend, dus ik heb vooral Engelse en Duitse YA-boeken gelezen. Maar, bedenk ik nu, alle verhalen die ik heb geschreven, waren eigenlijk al voor jongeren. Dat gaat vanzelf.’

Die taal bent u dus nooit verleerd.
‘Nee! Het is ook zo leuk om over jongeren te schrijven. Alles is nieuw voor ze. Ze worden verliefd, ze worden geraakt, ze worden volwassen. Het is allemaal zo intens.’

Over intens gesproken: wat een onderwerp.
‘Vergis je niet: voor Amerikaanse tieners is een schietpartij in het nieuws onderdeel van het dagelijks leven. Ik heb voor This is where it ends onderzoek gedaan op een aantal Amerikaanse scholen, en in elke klas zat wel iemand die direct of indirect betrokken is geweest bij een schietpartij. Zoiets komt er op middelbare scholen wekelijks voor, als het niet vaker is. Fascinerend toch, zo’n leven? Wat moet er wel niet door je heen gaan als je oog in oog staat met een schutter, op je eigen school? In Amerika oefenen ze één, twee keer per week voor als er iemand met een geweer binnenkomt. En dan, hup, weer over tot de orde van de dag.

Ik heb het boek ook niet geschreven om een punt te maken. Echt niet, ik ben zo apolitiek mogelijk geweest. Ik ben een buitenstaander; ik kan geen oplossing bieden voor hun problemen en heb geen antwoord op hun vragen.’

Toch wordt uw boek nu in Amerika gebruikt door docenten om het onderwerp in de klas bespreekbaar te maken.
‘Ja, dat is heel bijzonder. Het gekke is dat ze zich op scholen wel voorbereiden op een mogelijke schietpartij, maar het er verder niet over hebben. Dat is toch raar? Ze zijn zich er wel van bewust, maar de ‘dat gebeurt bij ons toch niet’-gedachte overheerst. Een van de studenten die ik sprak, zei: “Als er bij ons op school ooit zoiets gebeurt, dan hoop ik dat mensen ons herdenken zoals ze dat doen in jouw epiloog.” Jezus, wat moet ik daarop zeggen?’

Het boek was een eyeopener?
‘Wie weet.’

Dat doet u wel met geweld, dat eyeopenen.
‘Vond je het heftig? Gaaf. Ik wil ook dat mensen er zo heftig mogelijk op reageren, daar doe ik het voor. Ook als ze een gruwelijke hekel hebben aan het boek heb ik mooi wel iets losgemaakt. En het past ook wel bij de doelgroep: op die leeftijd ben je heel erg op zoek naar extremen. In een boek kun je die veilig opzoeken. Alles kan, weinig is taboe. Alleen seks. Je kunt een heel boek vol tieners doodschieten, maar er wordt niet in gesekst.’

Nee? Maar ik dacht, tussen de regels door…
‘Ha! Ja, jij bent een stuk ouder. Dat is jouw lezing. C.S. Lewis zei het al: a children’s story which is only enjoyed by children, is a bad children’s story.’

Dit artikel is afkomstig uit de Vrij Nederland Detective en Thrillergids 2016. Alle 636 recensies lezen? Ren naar de winkel, bestel ‘m hier of lees via Blendle.