Het proza van Marek Hłasko (1932-1969) is hortend, onhelder, met de suggestie van ongeziene diepte, blijkt uit een Nederlandse bundel van zijn werk.

De ‘communistische James Dean’ werd hij genoemd, want ja, uiterlijke verwantschap, rebel en een voortijdig einde dat mysterieus blijft: nam hij nou bewust die fatale combinatie van slaapmiddelen en alcohol in, of was het stomme pech? In ieder geval beantwoordde het aan de lokroep van de zelfmoord in zijn bescheiden oeuvre. In Nederland is de Poolse schrijver Marek Hłasko (1932-1969) slechts in een kleine kring van literaire fijnproevers (naams)-bekend. Dat heeft hij vooral te danken aan zijn bewonderaar Arnon Grunberg, die niet alleen in zijn eerdere rol als uitgever Hłasko’s novelle Ik zal jullie over Esther vertellen uitbracht, maar die ook als eerbetoon Hłasko’s voornaam leende voor zijn pseudoniem Marek van der Jagt. Sindsdien ben ik geïnteresseerd in Hłasko’s proza, want Van der Jagt tekende voor het meest...