Non-fictie

Het begon in 1958 met Mao’s visioen van een China zoals het er nu ongeveer uitziet: als een razendsnel industrialiserend land, vol bruisende steden waar de ene na de andere wolkenkrabber oprijst. Vier jaar later had zich misschien wel de grootste massamoord in de menselijke geschiedenis voltrokken. De Britse historicus Frank Dikötter schat in zijn meesterlijke studie The Great Famine dat in 1962 op zijn minst vijfenveertig miljoen Chinezen waren overleden als gevolg van de zogeheten Grote Sprong Voorwaarts, op een bevolkingsaantal van 650 miljoen. Dat is 12,5 miljoen mensen meer dan de tot nu toe meest betrouwbare schatting.

Dikötter komt tot deze duizelingwekkende cijfers na gedetailleerd onderzoek van tot voor kort gesloten archieven van de Chinese Communistische Partij. Het betreft vooral lokale archieven die zich overal in China bevinden – het archief van de centrale leiding in Beijing is nog altijd gesloten. Ze leverden meer dan alleen nieuwe getallen: het uiterst...