De echte kerel is uitgestorven, en gelukkig maar. Want met de ideologie van de echte vent gaan mannen het niet redden.

Een van zijn vriendinnen had ’s avonds een afspraakje met een man die ze net had ontmoet. Een paar uur daarvoor belde ze Dylan van Rijsbergen, om ‘nog even te informeren hoe een man precies denkt’. Van Rijsbergen, verontwaardigd: ‘Geen idéé! Geen idee wat een man denkt! Hoe moet ík dat weten?! Is mannelijkheid een vorm van astrologie? Als je een boogschutter bent, zijn dit je voorkeuren en zus en zo je hobby’s?’

Van Rijsbergen (1975), manager bij de publieke omroep, schreef Het onbehagen van de man. Door de vrouwenemancipatie is er onder mannen onduidelijkheid ontstaan hoe zich te gedragen, stelt hij. Dat ‘onbehagen’ leidt de laatste jaren tot ‘een cultureel offensief dat de ouderwetse man en de klassieke sekseverhoudingen idealiseert’. Van Rijsbergen noemt in zijn boek de neoconservatieve rechtsfilosoof Andreas Kinneging, die in Geografie van goed en kwaad...