De ik-persoon van Het land 32 noemt zich ‘een roestige avatar’. Voor wie het dan nog niet doorheeft: ‘Het is een spel dat ik moet spelen.’ Later zit die avatar, die zich van nogal wat verschillende namen bedient, vast ‘in hetzelfde level’. Daan Heerma van Voss’ vierde roman doet dus een beroep op enige kennis van het gamen. Er is een risico verbonden aan het gebruik van conventies uit zo’n aanmerkelijk snellere wereld dan die van de roman. Veroudering binnen afzienbare tijd, bijvoorbeeld, zoals bij Douglas Couplands romans over computergeeks. Een héle roman als een computerspel grondvesten, dat is literair drijfzand.
De anonieme persona die je tijdens het gamen bent, die kwikzilverachtige avatar, heeft genoeg aan zijn gerichtheid op actie. Meer is niet nodig. Wil je daarvan een romanpersonage maken dat anderen ontmoet en zich via de verraderlijke regels en...
Je reactie wordt geplaatst zodra deze is goedgekeurd. Je reactie is geplaatst.