Als literatuurhistoricus van de negentiende eeuw is Marita Mathijsen wel wat gewend. Dat was een eeuw met een veel verhullende buitenkant. Over het ‘verborgen leven’ daarachter schreef ze het boek De gemaskerde eeuw. Daarin gaat het over seksualiteit, over ‘de eenhandige zonde’, over prostitutie en ‘de onderbuik van de literatuur.’

Ook ziektes, zelfmoord, misdaad en drankzucht komen aan de orde. Om te begrijpen tegen welke achtergrond dit verborgen leven zich afspeelde gaat het ook over het gezin, de liefdadigheid en het geloof. Kortom: dit was de eeuw van de dubbele moraal, waarin men het ene zei en het ander deed.

Dat is in het begin van de eenentwintigste eeuw wel anders. Geen dubbele moraal, maar een en al openhartigheid en transparantie als het over de seksen gaat. Zelf heeft Marita Mathijsen (1944) in Limburg de jaren vijftig nog meegemaakt, toen er nog een strikte scheiding was tussen jongens en meisjes. In de kerk waren speciale jongens- en meisjesbanken. ‘Je...