Stephan Sanders duidt zijn nieuws.

Veel later vond ik de brief terug waarvan ik was vergeten dat ik die ooit had geschreven. Na haar dood ging ik noodgedwongen door de spullen van mijn moeder en herkende mijn eigen handschrift op de enveloppe. Een brief op behoorlijk hoge poten. Dat ik op jongens viel, op mannen, dat wist mijn moeder nu wel, maar dat vond ik in 1979 – net achttien, net student – kennelijk niet genoeg. Wilde zij niet meer over mij denken als een homoseksueel, maar als een ‘flikker’. Volgde een tergend lang politiek betoog over de noodzaak juist de scheldnamen die voor ‘ons soort’ in omloop waren te omarmen, omdat ik pertinent weigerde het armetierige plekje in te nemen dat deze patriarchale, heteroseksistische et cetera maatschappij had ingericht voor al die mensen die zich niet voegden naar het ‘gezinssyndroom’. Het hele ‘oedipale systeem’ moest op de helling – ik had kennelijk net het Franse cultboek L’anti-Oedipe gelezen van Deleuze en...