Een paar maanden geleden stond ik met Jan Pronk te praten op het herentoilet van de Haagse Hogeschool. De Evert Vermeer Stichting had een Afrika-dag belegd en Pronk was – naast minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking en oud-president Rawlings van Ghana – de eregast.

Eerder die week had hij voor commotie binnen zijn partij gezorgd. Voor de VPRO-radio merkte Pronk op dat het schandelijk was dat er geen onderzoek naar de oorlog in Irak mocht worden verricht. Hij noemde het een blunder dat Wouter Bos vice-premier onder Balkenende was geworden. Pronk leverde harde kritiek op de koersloosheid van Bos: ‘Hij straalt uit dat hij het zelf niet weet.’ Als het zo doorging, werd de SP groter dan de PvdA, luidde zijn voorspelling.
Het partijbestuur probeerde de opmerkingen van Pronk als een bagatel af te doen. Volgens PvdA-voorzitter Michiel van Hulten koesterde de oud-bewindsman nostalgie naar de ideologische krachtpatserij van de jaren zestig en zeventig. Bos merkte na afloop...