Ik vond de liefde mooi, maar met mijzelf had het weinig te maken. Tot D. kwam.

Ondanks de studie politicologie, toen al achter de rug en ondanks het gedurig vallen, opduiken en zelf uitspreken van de term tijdens werkgroepbijeenkomsten, kon ik mij er geen concrete voorstelling van maken: klassenstrijd. Daar heeft D. me flink mee geholpen.

Wat ik ook al had gedaan: Roland Barthes lezen, spellen bijna, vooral natuurlijk zijn De taal der verliefden, waarin de Franse essayist schrijft over een verliefdheid die je ‘als een waanzin overvalt’. Wel zwijmelen, niet meevoelen, en stiekem denken dat de grote Barthes niet in zijn eerste dichterlijke vrijheid is gestikt. Het verlangen als ‘kwelling’, als ‘oorlogsmachine’ zelfs. Ik wilde het mooi vinden, ik vond het mooi, maar met mijzelf had het weinig te maken. Totdat D. in mijn leven verscheen. Toen begreep ik dat Barthes in zijn boek het eufemisme niet had geschuwd.

Foto: Miquel Gonzalez/HH

D. is een boomlange,...