Non-fictie

Romans zijn ‘riolen op zedelijk gebied, wier verpestende, giftige dampen ongemerkt indringen in het gedachtenleven der lezers’ en ze lezen was dus levensgevaarlijk. Maar toch kon de dominee die in 1892 deze woorden opschreef, niet beletten dat lezen steeds populairder werd. Een gemiddelde lezer in de Haarlemse bibliotheek jaste er destijds in een jaar tijd zo’n honderdzeventig romans doorheen, van nu vergeten auteurs als Ouida, Marie Corelli en Max Ring. Om de andere dag een nieuwe titel dus!

In Een stad vol lezers probeert Boudien de Vries die leeswoede in kaart te brengen. Het resultaat is een met grote precisie maar vlot geschreven boek, dat om zijn bijlagen ook als naslagwerk gebruikt zal worden. Haar boek is ontstaan uit een vondst, namelijk de uitleenregisters van het Haarlemse Leesmuseum over de jaren 1868-1914 waarin honderdduizenden uitleningen staan opgetekend. Haarlem is in deze studie een casus, die De Vries steeds netjes afzet tegen wat er verder over lezers...