Mijn lievelingsstad vlakbij is Luik. Niet Maastricht, niet Aken, maar Luik, Lüttich, Liège. La Cité Ardente van prins-bisschoppen, dappere citadel in twee wereldoorlogen. Hollanders kennen het van doorreis. Glijden van de A2 in de kuilen van de E25, door een schaamteloze gribus van Kwik-Fits en elektriciteitscentrales, langs de rotsruïne van de SCAR veevoederfabriek over wat de mooiste oever van de Maas had kunnen zijn. Geen goede kennismaking. En o wee als je haast hebt, probeer dan maar eens zonder navigatie door Luik te geraken. Opgejaagd door Waalse bumperklevers raakt de beste relatie op de klippen. Buig af! Ga naar binnen. Erewoord, Luik is fantastisch.

Schrik niet van de tronies. Zo kom je ze eigenlijk alleen nog in Oost-Europa tegen. Luikenaren zuipen graag, maar hartelijk zijn ze sowieso, ook het nuchtere volk dat wel werkt. En ze zijn werkelijk bourgondisch. Gewoon, omdat ze graag achteroverleunen en toekijken hoe jij dat ook doet. De kok vraagt of de magnifiek...