Honderdvijfentwintig dagen lang was het oorlog tussen koningin Beatrix en de VVD. De liberale informateur Uri Rosenthal constateerde dat een rechts meerderheidskabinet niet mogelijk was. Hij adviseerde het staatshoofd ‘een of twee vooraanstaande personen uit de kringen van VVD en PvdA’ de mogelijkheid van een kabinet ‘uit het brede midden’ te laten onderzoeken. Zijn gedachten gingen uit naar Jacques Wallage en hemzelf.

Het ‘collectief van adviseurs’ rond de vorstin vond dat Rosenthal slordig werk had geleverd. Wat hield een kabinet ‘uit het brede midden’ in: Paars-plus, of VVD, PvdA en CDA? Als de koningin daartussen moest kiezen, kwam ze in een kwetsbare positie. Dus moest vicepresident van de Raad van State Tjeenk Willink (PvdA) het karwei klaren. Hij adviseerde eerst Paars-plus te onderzoeken.
In VVD-kring werd zijn benoeming gezien als een affront voor Rosenthal. Pas nadat de ‘onderkoning’ het voorwerk had gedaan, mochten hij en Wallage met de paars-groene partijen aan tafel....