Vertaalde kinderboeken / Narnia

Nee, watjes zijn de Narnia-kinderen niet, laat staan pacifisten die in zijn voor een deëscalerend gesprek. Ouders hebben deze door de Tweede Wereldoorlog gewassen pubers niet nodig. Ze zijn pas in hun element als de wapenrok omgegord wordt en de boog gespannen om kwade krachten te bestrijden. Dat kan weer, ongecompliceerd, in Prins Caspian, de filmeditie van een eerder vertaald deel uit C.S. Lewis’ magische avonturenreeks De kronieken van Narnia.

In juli gaat de Disney-verfilming in roulatie; gelukkig is het boek er eerder. In het begin van het verhaal bevinden de broers en zussen – Peter, Edmund, Susan en Lucy – zich op een saai Engels stationnetje, in kostschoolkleren – het zijn de vroege jaren vijftig. Worden ze zomaar weggetoeterd naar een onbekende streek, die het mythische rijk Narnia blijkt te zijn, maar wel honderden jaren nadat zij daar een heldenrol vervuld hebben. Inmiddels is het daar bar toeven. De mens regeert en de geinige sprekende...