Waarom leeftijd er steeds minder toe doet

We blijven langer jong, we worden later oud, en we zijn nog nooit zo gezond geweest. Alleen lijkt niemand de onmetelijke consequenties en mogelijkheden daarvan in te zien, zegt de Franse socioloog Serge Guérin.

Wat hebben Frank Gehry, Karl Lagerfeld en Leonard Cohen gemeen? Ze zijn alle drie de tachtig gepasseerd én weten van geen ophouden. Architect Gehry (86) opende een paar jaar geleden hoogstpersoonlijk de door hem ontworpen en spectaculaire Louis Vuitton Fondation aan de rand van Parijs en wacht nu op de start van de bouw van ‘zijn’ Guggenheim museum in Abu Dhabi. Modeontwerper Lagerfeld (naar verluidt 82) is niet alleen directeur bij Chanel, maar heeft ook zijn eigen modehuis, regisseerde een paar jaar geleden een film en opende vorig jaar een nieuwe winkel in Qatar. Voor zijn kat Choupette heeft hij een Twitteraccount (ruim 49.000 volgers) en een Instagram-account (bijna 80.000 volgers) laten maken onder de noemer ‘Ik ben papa’s verwende pussy’. Zanger Cohen (81) bracht in 2012 en 2014 nieuwe albums uit, schreef de laatste jaren twee dichtbundels en toerde met muzikanten door de VS, Europa, Australië en Nieuw-Zeeland. ‘Ik heb nog geen zin in pensioen,’ zei hij. The New York Daily News omschreef hem als ‘de hardstwerkende tachtiger in de showbusiness’.

De drie bejaarde sterren uit de architectuur, mode en muziek zijn geen uitzondering. Grenzen tussen jong en oud vervagen. Grijs en dynamisch sluiten elkaar niet meer uit.

Serge Guérin | Foto: Stefano de Luigi
Drievoudige revolutie

‘We hebben eigenlijk te maken met een drievoudige revolutie,’ zegt de Franse socioloog Serge Guérin. ‘Allereerst het aantal ouderen. Frankrijk heeft eind vorig jaar ongemerkt een grens overschreden: voor het eerst in de geschiedenis zijn er meer mensen ouder dan 60 dan jonger dan 20. De tweede revolutie: nog nooit eerder zijn er zoveel mensen zó oud geworden als nu. Vroeger las je wel eens over iemand die 100 werd, nu zijn dat er honderdduizenden. De levensverwachting van mensen is nog nooit zo hoog geweest als nu. En dan is er een derde revolutie: nog nooit eerder zijn senioren in hun hoofd en in hun lichaam zo jong geweest als nu. Als je die drie bij elkaar optelt, heb je te maken met een van de belangrijkste sociale veranderingen van deze eeuw.’

Guérin houdt zich al vijftien jaar bezig met vergrijzing, met senioren en met de maatschappelijke en demografische veranderingen in de westerse maatschappij. En hij voelt zich in Europa een roepende in de woestijn.

De Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) rekende uit dat tussen het jaar 2000 en het jaar 2050 het aantal zestigplussers in de wereld groeit van 605 miljoen naar 2 miljard. Daarmee groeit hun aandeel in de totale wereldbevolking van 11 naar 22 procent.
Dat was de eerste revolutie die Guérin noemde.

De WHO staaft ook de tweede omwenteling: in de eerste helft van deze eeuw zal het aantal tachtigplussers bijna verviervoudigen. Nog nooit eerder hebben kinderen zo vaak hun grootouders en zelfs hun overgrootouders tijdens hun leven gekend als nu.

In zijn jongste boek, Silver Génération, presenteert Guérin Franse cijfers over de gezondheid van ouderen. Alle spookverhalen over een geriatrische tsunami verwijst hij naar het land der fabelen. ‘De meeste senioren zijn in prima gezondheid!’ Slechts 7 tot 8 procent van de Franse zestigplussers kan niet of nauwelijks meer op zichzelf leven. Van de 85-plussers woont ongeveer 70 procent nog thuis en is redelijk zelfstandig. Vraag 65-plussers hoe ze hun kwaliteit van leven waarderen en 90 procent zegt dat het prima gaat.

‘We zijn langer jong en worden later oud,’ vat de socioloog die ontwikkelingen samen. ‘Dat heeft in westerse landen enorme sociale, culturele en economische gevolgen.’

Allereerst even over de leeftijdsgrens: wanneer zijn we eigenlijk oud of ‘senior’? Is dat te definiëren?
‘Dat verschilt. Je hebt biologische grenzen, je hebt normatieve grenzen – bij de burgerlijke stand bijvoorbeeld – en je hebt sociaal-maatschappelijke normen. Maatschappelijk gezien is vijftig altijd een soort symbolische grens geweest. In de media en in reclames telde je voor je vijftigste mee en daarna niet meer. Als je jonger was, was je voor bedrijven een belangrijke doelgroep, een interessante consument. Maar biologisch stelt die grens weer niks voor. Tussen 49 of 51 zit niet per se een verschil. Op de arbeidsmarkt is 45 jaar weer de nieuwe grens. Vanaf die leeftijd krijgt personeel in Franse bedrijven nauwelijks nog opleidingen om zich te scholen en te ontwikkelen. Die gaat toch straks met pensioen, is de gedachte. Als je de sociale zekerheid neemt: daar is zestig weer de norm. Vanaf je zestigste ben je in Frankrijk officieel oud en heb je niet meer dezelfde rechten en uitkeringen als daarvoor. Als je invalide bent of slechtziend, bijvoorbeeld, krijg je minder vergoed na je zestigste. Dan tel je niet meer éérst als invalide of slechtziende, maar eerst als oudere. En die krijgen minder uitkeringen.’ Iemand die nu vijftig is, heeft nog veertig jaar te leven! De kans is groot dat hij of zij nog gaat scheiden en hertrouwen.

De centrale stelling van uw jongste boek is dat grenzen verschuiven. De senior van gisteren is niet meer de oudere van vandaag. Dus de leeftijd waarop we ‘oud’ zijn, verandert ook?
‘Je hebt de maatschappij met z’n normen en je hebt de realiteit. En die botsen nogal eens, want de maatschappij evolueert. Iemand die nu vijftig is, heeft tegenwoordig nog veertig of vijfenveertig jaar te leven! Die gaat nog minstens vijftien jaar werken. De kans is groot dat hij of zij nog gaat scheiden en hertrouwen. Senioren zijn fundamenteel veranderd. De manier waarop een vijftigplusser zich voelt, heeft niets meer te maken met de manier waarop die vaak wordt gezien. Als je vijftig wordt, ben je eigenlijk pas op de helft van je actieve leven.’

Wanneer vinden we onszelf tegenwoordig oud?
‘Daar is onderzoek naar gedaan onder mensen van boven de 55. Meer dan de helft van die mensen zegt: vanaf 66 jaar ben je een senior en tussen je vijfenzeventigste en tachtigste word je oud. Dus de vijftigplussers, die volgens “de norm” in onze samenleving vaak als oud worden gezien, zien zichzelf helemaal niet als oud. En hun omgeving ziet dat vaak ook niet meer zo. Waarom zou een kind zijn vader of moeder van 65 oud noemen als die nog in topvorm is? Als je op straat loopt, is het steeds moeilijker om iemands leeftijd in te schatten. Bij het schoolplein staan vaak mannen van wie je denkt: komt die zijn kind of zijn kleinkind halen? Maar misschien komt hij ze wel allebei halen! Misschien is hij wel hertrouwd en heeft hij kinderen én kleinkinderen op die school. Senioren scheiden én hertrouwen vaker. In Frankrijk is het aantal huwelijken van gepensioneerden tussen 2006 en 2012 met 21 procent gestegen.’

Waarom is alles gaan schuiven en zijn ouderen niet alleen gezonder maar voelen ze zich ook steeds jonger?
‘Tot voor kort was het simpel. Je had onderwijs, werk en pensioen. En in die opeenvolgende periodes was je respectievelijk jong, volwassen en oud. Dat hebben we zelf zo gecreëerd. We hebben de leerplicht ingesteld. Kinderen moesten naar school terwijl ze vroeger gingen werken. Zo is het begrip “jeugd” ontstaan: dat werd de tijd dat je op school zat. Het onderwijs ging steeds langer duren, kinderen gingen steeds vaker studeren en dus werd ook de “jeugd” een periode die langer ging duren. De volgende levensperiode, dat mensen werkten, is ook veranderd. Mensen gaan werken terwijl ze nog studeren. En er zijn volop mensen die nog werken na hun pensioen. Ons volwassen “werkende” leven is daarmee ook verlengd. Tegelijkertijd is de werkloosheid onder senioren enorm aan het oplopen, wat betekent dat ouderen die werkloos worden in feite al aan hun pensioen beginnen omdat ze geen baan meer vinden.

De crisis en werkloosheid hebben ook effect op jongeren. Ze vinden moeilijker een baan, worden dus pas later financieel zelfstandig en blijven langer bij hun ouders wonen. Daardoor nemen ze op latere leeftijd afscheid van hun jeugd. Je ziet dat de drie gescheiden en opeenvolgende levensperiodes van vroeger – school, werk, pensioen – nu compleet door elkaar lopen. Je bent niet meer óf jong, óf volwassen, óf oud. Dat zorgt voor nieuwe levensstijlen en een mentaliteitsverandering bij verschillende leeftijdsgroepen.’

Dat is de maatschappelijke verklaring. Maar waarom lopen oudere mannen dan ineens allemaal op gympen en met sweatshirts, alsof ze nog een tiener of twintiger zijn, en kunnen vrouwen nu publiekelijk koketteren met een veel jongere geliefde?
‘Mensen zijn individualistisch geworden. Ze hebben zich bevrijd van maatschappelijke normen, óók leeftijdsnormen. Leeftijd telt niet meer, de levensstijl telt. Als je 60 bent en aan een nieuw leven bent begonnen, wat nu normaal is, kan je een kind hebben van 5 jaar oud. Dan kom je ook in aanraking met andere ouders met kinderen van vijf, maar die ouders zijn toch vaker in de dertig. En die sociale omgeving is veel belangrijker geworden dan de leeftijdsgroep waartoe je behoort. Je levensstijl is die van de sociale groep waar je bij hoort, niet meer die van de leeftijdsgroep. Een senior trekt geen pantoffels meer aan. Een zestiger kan moeiteloos op zijn gympen hippe plekken bezoeken. Niemand zegt meer: daar ben jij te oud voor. Als je senior bent, kan tegenwoordig alles nog in je leven. Je bent geen gevangene meer van je leeftijd. Eén op de vijf bedrijven die in Frankrijk wordt opgericht, is van een vijftigplusser. Op de business school waar ik werk, is een op de drie studenten ouder dan vijftig. Het kan fysiek ook. Ouderen lopen de marathon, ze zoeken het avontuur.’

Karl Lagerfeld (82) | Foto: Twitter
Bejaarde pin-up

Serge Guérin erkent het ruiterlijk: een behoorlijk deel van de bovenstaande analyse heeft vooral betrekking op de man, niet op de vrouw. ‘Er bestaat een grote sociale ongelijkheid, ook op latere leeftijd. Een man die ouder wordt, blijft mooi, is het overheersende idee, en wordt gezien als wijs. De sociale druk op vrouwen is groter. Vrouwen, ook oude vrouwen, worden eerder afgerekend op hun uiterlijk dan oude mannen. Nog steeds, ja.’

Schrijfster Joan Didion werd vorig jaar, op haar tachtigste, gevraagd voor een reclamecampagne, als een soort bejaarde pin-up van modehuis Céline. ‘Dit is geen eerbetoon: Didions reputatie wordt uitgebuit om veel te dure zonnebrillen te verkopen,’ schreef commentator Hadley Freeman in The Guardian.

Zangeres Madonna (57) haalt vaak de pers. Maar steeds minder met haar muziek en steeds meer met haar nieuwe liefdes, die doorgaans enkele decennia jonger zijn dan zijzelf. Dát spreekt schijnbaar tot de verbeelding. ‘Madonna toyboy on 30 year age gap: she’s like my mum’ schreef de Britse Mirror-website bij een interview met de Nederlandse danser Timor Steffens (26) die toen naar verluidt een relatie had met de artieste.

Maar, nuanceert socioloog Guérin, die seksuele revolutie van de vrouw hoort ook bij de demografische veranderingen van de 21ste eeuw. ‘Als je vroeger als vrouw geen kinderen meer kon krijgen, was je rol eigenlijk uitgespeeld,’ zegt hij. ‘Verleiden hoorde er dan niet meer bij. Dat is behoorlijk veranderd. Vrouwen hebben óók een langer leven gekregen, ze blijven óók langer jong, en kunnen na het krijgen van kinderen ook nog van alles doen. Ze kunnen een nieuw leven beginnen, ze kunnen verder gaan met hun seksualiteit, en waarom met maar één man?’

De sociale omgeving is veel belangrijker geworden dan de leeftijdsgroep waartoe je behoort. Je levensstijl is die van je sociale groep.

Ons seksuele leven is verlengd dankzij de apotheek. Maar zijn botox en viagra juist niet een symbool dat wij – mannen en vrouwen – ouderdom en ons lichamelijk verval niet accepteren?
‘Ouder worden is een natuurlijk proces. En dat kan je zo aangenaam mogelijk maken. Ik draag een bril. Daarmee compenseer ik een probleem dat ik heb: ik zie slecht. Iedereen zoekt wel een oplossing voor een gebrek dat hij of zij heeft. Viagra is zo’n oplossing. Misschien zou een niet-chemisch middel beter zijn, maar het is bedoeld om een gebrek weg te nemen. Andere mensen zijn ontevreden over hun uiterlijk. Nou, als er een middel is waardoor je wel weer tevreden bent over je uiterlijk: prima. Ouderdom is geen onafwendbaar noodlot meer. Je kunt ermee spelen. Onze vrijheid is toegenomen om zelf te kiezen hoe we ouder willen worden en of we de kenmerken van ouder worden een beetje willen uitstellen.’

U denkt niet dat het zo is dat we steeds minder willen accepteren dat we ouder worden?
‘Dat is de grote paradox. We zijn nog nooit zo oud geworden en we zijn nog nooit zo gezond oud geworden. Tegelijkertijd is het nog nooit zo moeilijk geweest om oud te worden! We leven in een jongerenmaatschappij waarin “jeugd” overgewaardeerd wordt. Onze westerse maatschappij is een prestatiemaatschappij. Alles draait om snelheid en efficiëntie. Maar een prestatiemaatschappij is niet altijd prestatievol. Het zijn vooral de kortetermijnprestaties die gewaardeerd worden. “Ervaring” is een langetermijnprestatie, maar dat is niets meer waard. En leeftijd staat voor ervaring, dus leeftijd wordt niet meer gewaardeerd. De gevolgen zie je overal. Er zijn nog nooit zoveel bedrijven geweest die ouderen op straat zetten. Om risico’s te mijden, gaan werknemers zich dus “jong” gedragen. Je ziet het ook in de media: vrouwelijke presentatrices moeten er jong uitzien, anders worden ze meteen ingewisseld voor een jongere presentatrice.’

Foto: Romi Tweebeek / HH
Hoop en kansen

In zijn boek Silver Génération beschrijft Guérin demografische verschuivingen en nieuwe gedragspatronen en ziet hij vooral nieuwe mogelijkheden. ‘Als we al onze foute vooroordelen over de vergrijzing opzij zetten, kunnen wel eens onverwachte kanten van de demografische transitie tevoorschijn komen die juist hoop en kansen bieden.’

Allereerst die vooroordelen. Ouderen kosten ons alleen maar geld, pensioenen zijn straks onbetaalbaar. Welnee, zegt Guérin. ‘Baby’s kosten ook geld, kinderen ook. Maar gepensioneerden hebben heel hun leven premies betaald. En ouderen brengen ook wat op, hoor: in Frankrijk wordt er elke week 23 miljoen uur op kleinkinderen gepast door opa’s en oma’s.’

Ouderen doen niets meer, ze werken niet. Guérin: ‘Velen willen wel werken, maar mogen niet meer. Meer dan een miljoen gepensioneerden in Frankrijk hebben onzichtbaar werk: ze doen vrijwilligerswerk, zetten zich in voor verenigingen. Zo’n 600.000 gepensioneerden hebben gewoon een baan naast hun pensioen.’

Ouderen zijn niet online. Guérin: ‘Voor een tiener is de grote revolutie misschien de overstap van de iPhone 5 naar de iPhone 6. Maar iemand van 85 heeft in één leven de radio, de televisie, de pers, de vaste telefoon, de mobiele telefoon, de computer, internet, tablets en smartphones voorbij zien komen. Er is nog nooit een generatie geweest die zoveel technologische revoluties heeft meegemaakt als de hedendaagse ouderen.’

Tot slot: senioren hebben geen seks. ‘Integendeel,’ zegt de socioloog. Hij haalt een onderzoek aan uit 2008 waarin Franse ouderen zeggen gemiddeld tot bijna 77 jaar de liefde te bedrijven. ‘Lichamen zijn veel langer in goede gezondheid en veel langer mooi. En lichaamsfuncties blijven langer gegarandeerd door middelen als Viagra. Ter illustratie: tot eind jaren negentig waren lichaamsverzorgende crèmes vooral bedoeld voor het gezicht en het decolleté. Daarna ontstond ineens vraag van senioren naar producten die het hele lichaam verzorgen. Dat kan maar één ding betekenen, toch?’

Ouderdom is geen onafwendbaar noodlot meer. Je kunt ermee spelen. We kunnen zelf kiezen hoe we ouder willen worden. 

Als we die vooroordelen dus opzij zetten, welke positieve veranderingen zien we dan in onze vergrijzende samenlevingen?
‘De generatiemix is veel groter geworden. Jongeren en ouderen zijn meer op hun gemak bij elkaar, ze helpen elkaar, leren van elkaar, omdat generaties meer dan vroeger door elkaar heen lopen. Ik zie in families meer solidariteit. Kinderen, ouders en grootouders die elkaar helpen. Vroeger leerde een jongere op het werk van de oudere, nu hoort de oudere van de jongere over reizen en technologie. Vroeger waren jongeren altijd de early adaptors, nu zetten ouderen vaker de trend. Zoiets als nordic walking: dat begon met senioren, nu doen alle leeftijdsgroepen het. De mode wordt niet meer alleen bepaald door jongeren. Ouderen bepalen óók wat modern is. In de politiek zijn ouderen vaak minder behoudend dan jongeren: onder de lage inkomens zijn de ouderen zo’n beetje de enigen in Frankrijk die niet of nauwelijks zijn overgestapt van de socialistische partij naar het Front National.’

U bent ook een vaandeldrager van de ‘silver economy’, een economie die is toegespitst op de groeiende groep oudere consumenten. Waarom?
‘In Frankrijk is uitgerekend dat 48% van alle consumentenuitgaven wordt gedaan door mensen van boven de 50. En die kopen niet alleen voor zichzelf. Een derde van al het speelgoed wordt gekocht door opa’s en oma’s. In de VS begrijpen ze dat al lang. Speelgoedwinkels daar hebben speciaal ouder personeel aangenomen voor klanten op leeftijd. In Japan is al dertig jaar geleden een begin gemaakt met de silver economy. De bevolking werd ouder, er werden weinig kinderen geboren, en daar is toen massaal ingezet op technologie. Er werden oplossingen bedacht, technologische oplossingen zoals robots, om ouderen het leven makkelijker te maken. Dat is een enorme groeimarkt geworden. De silver economy omvat alle producten en diensten die beantwoorden aan de vraag van ouderen. Neem de zorg. Hoe bied je oplossingen aan mensen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen? Dat kan technologie zijn zodat ze langer zelfstandig thuis wonen. Franse postbodes houden namens verzekeraars en gewapend met hun smartphones een oogje in het zeil bij ouderen die alleen wonen. Sportkledingmerk Asics maakt “connected” kleding, waarmee zieken op afstand gevolgd worden. Autofabrikanten zijn begonnen met auto’s die zelf kunnen rijden: een uitkomst voor mensen met mobiliteitsproblemen. Naar dat soort producten zal steeds meer vraag komen. Maar de silver economy gaat ook over alledaagse producten en diensten: een middel om een fles makkelijker open te maken, bussen die tegenwoordig een laag plateau hebben om in te stappen in plaats van een trapje. Sommige aanpassingen voor ouderen maken het leven van iedereen aangenamer.’

En bedrijven zien dat niet genoeg?
‘Die mikken toch nog vaak op jongeren. Ze denken dat ouderen niet vernieuwen, altijd trouw blijven aan oude producten. Maar dat is al lang niet meer zo. De gemiddelde leeftijd van iemand die een nieuwe auto koopt is 54, en diegene kiest steeds vaker voor een ander of beter merk. In Frankrijk zijn 20 miljoen consumenten ouder dan 50 jaar. Die laat je toch niet links liggen? De silver economy kan alleen al in Frankrijk honderdduizenden banen creëren. En niet alleen dat: het is een win-winsituatie. Als je ouderen een beter leven biedt, met beter toegespitste producten die ze nodig hebben, nemen de zorgkosten voor de staat af én het is goed voor de economie.’

In Europa lopen we daarmee achter?
‘Ja, enorm. In Japan ontstond het bewustzijn erover al dertig jaar geleden. In de silver economy in Japan werd vorig jaar 692 miljard euro omgezet. In Amerika heb je de AARP, een belangenvereniging voor gepensioneerden met tientallen miljoenen leden. Dat is een van de machtigste lobbyclubs van de Verenigde Staten. Dat bewustzijn, die belangenbehartiging, dat kennen wij niet. De stem van ouderen wordt hier nog nauwelijks gehoord.’

Foto: Stefano de Luigi
Wie

Serge Guérin (Parijs, 23 mei 1962)

Bekend van

Zijn jarenlange onderzoek naar en publicaties over de vergrijzing en de positieve gevolgen ervan. Hij werkt als socioloog aan business school Inseec in Parijs en pleit voor een mentaliteitsverandering in Europa, waarbij meer tegemoet wordt gekomen aan de behoeften van senioren, omdat jong en oud, én bedrijven en overheden, daar baat bij hebben.

Waarom

Zijn nieuwste boek, Silver Génération, veegt met cijfers, feiten en analyses de vloer aan met alle vooroordelen en clichés die bestaan over senioren.

Enz

De socioloog is een onverbiddelijke chocoladeadept. Hij schreef er niet alleen boeken over (Een politieke lofrede op de chocola, 2015) maar neemt het snoepgoed ook mee bij lezingen in bejaarden- en verzorgingshuizen om daar uit te delen (‘Echte chocola is goed voor de gezondheid’), en doet zichzelf er elke dag tegoed aan: ‘’s morgens maak ik warme chocolade voor mezelf. Met cacao van Van Houten!’