Geld en technologie om het klimaatprobleem te tackelen? Helpt niet, zegt duurzaam ondernemer Tom van de Beek. Ze zijn eerder de oorzaken dan de oplossing. Wat wel werkt: een andere economie. ‘Die gekke scheiding tussen “natuur” en “mens” heeft funeste gevolgen.’

Zijn grote zwarte flatcoated retriever ligt rustig onder de tafel van het café waar we sojacappuccino drinken. Tom van de Beek (38) komt net terug uit Frankrijk, waar hij op skivakantie was. En waar hij in plaats van met de lift klimmend de berg op ging. Snowboard op de rug. Drie uur lopen voor een afdaling van tien minuten. Maar wel een natuurbeleving van jewelste, volgens hem, en minder milieubelastend. Je zou kunnen zeggen dat je wel gek moet zijn om dat te verzinnen. Je kunt ook zeggen dat dit wintersport nieuwe stijl is.

Tom van de Beek is duurzaam ondernemer. Met zijn eigen onderneming The Tipping Point ontwikkelde hij in de afgelopen jaren verschillende projecten zoals I love Beeing (bijenkorven plaatsen en imkercursussen aanbieden), waarmee hij als een van de eersten in Nederland bijensterfte op de agenda zette, maar ook de internationaal succesvolle projecten Natuur op je Muur (verticale moestuinen) en KantoorKaravaan (werkplekken in caravans in de natuur aanbieden). Met zijn andere onderneming Bushwick helpt hij start-ups en bestaande bedrijven om duurzamer te werken.

Het idee om de berg op te lopen, komt van professioneel snowboarder Jeremy Jones. Van de Beek vertelt: ‘Jones heeft POW opgericht: Protect Our Winters. Een organisatie voor wintersporters die zich inzetten tegen klimaatverandering. Hij zegt: “Ik hou van de bergen, ik hou van sneeuw, maar ik zie dat opwarming van de aarde betekent dat we straks geen sneeuw meer hebben.” De wintersportindustrie is een miljardenindustrie waarmee gigantisch veel energie en fossiele brandstoffen gepaard gaan. Wat POW doet, is alternatieven laten zien. Een van hun projecten is dus stoppen met het gebruikmaken van skiliften: Jeremy Jones loopt ook zelf de berg op. Hij maakt nog steeds snowboardfilms, en ook vanaf de Himalaya, maar ze mogen hem niet naar boven brengen met een helikopter. Hij loopt zelf.’

Van de Beek is niet optimistisch over de toekomst van de wereld. Maar als ondernemer gelooft hij nog wel in oplossingen. Op dit moment is hij bezig met het opzetten van een lichaamsverzorgingslijn, gemaakt uit en ter stimulatie van voedselbossen.

Wat is een voedselbos?
‘Een aangelegd bos met een dermate hoge biodiversiteit en bodemvruchtbaarheid dat planten en insecten er goed kunnen leven. Tegelijkertijd levert het voedsel en aanverwante producten. Het kost tijd om zo’n bos te laten groeien, maar na tien jaar levert het tot vijf keer zoveel voedsel op als dezelfde oppervlakte aan landbouwgrond, zonder gebruik van pesticiden of kunstmest.’

Wereldwijd zijn er al voedselbossen, in Nederland een paar. Van de Beek wil voedselbossen op de kaart zetten, en uitbreiden. Met een klein team is hij bezig met het opzetten van een lijn crèmes en cosmetica, gemaakt van natuurlijke ingrediënten die groeien in zo’n bos. Op lichaamsverzorging zit een veel grotere marge dan op voedsel: met de winst van de producten kunnen nieuwe bossen worden aangelegd, en dat kan zelfs op bestaande landbouwgrond. Hiernaast moeten boeren en bosbeheerders worden omgeschoold. Een ambitieus plan.

Hoe kwam u op het idee?
‘Het is ontstaan vanuit het bijenproject. We stelden onszelf de vraag: wat hebben bijen nodig om te overleven? En we kwamen onder andere op biodiversiteit: een hoge variëteit aan planten, bloemen en bomen. Naast een oplossing voor de bijen zou het een oplossing voor onze voedselproblematiek kunnen zijn. De bijen zijn eigenlijk maar het topje van de ijsberg: de uitgeputte landbouwgrond, het ontbreken van insecten, de manier waarop we onze voedselketen hebben ingericht, gericht op groei en winst, de overconsumptie en weggooicultuur – het is allemaal onderdeel van het probleem. Het moet op de schop. We hebben nu eenmaal voedsel nodig: hoe kunnen we het zo gaan organiseren dat het niet op of uitgeput raakt?’

Wintersport nieuwe stijl. Professioneel snowboarder Jeremy Jones beklimt een berg. Foto: Outside Television/YouTube
Sleutelfiguur

Al twintig jaar is Tom van de Beek intensief aan het studeren op het thema duurzaamheid, en je zou kunnen zeggen dat hij in Nederland inmiddels een sleutelfiguur in de milieubeweging is. Hij heeft meegewerkt aan een ondernemersinitiatief tegen TTIP, is onderdeel van de denktank van Irene van Lippe-Biesterfeld en werd door Vrij Nederland al eens bestempeld als ‘radicale vernieuwer’. Ook staat hij aan de wieg van het jaarlijkse Fête de la Nature, het grootste natuurfestival van Nederland, en elk jaar in Trouws Duurzame Top 100, nu op nummer 40. Onlangs werd hem gevraagd of hij interesse zou hebben in de functie van nieuwe directeur van Greenpeace, maar hij bedankte voor de eer.

Waarom wilde u geen directeur van Greenpeace worden?
‘Het is niet mijn ambitie om een bedrijf te reorganiseren of runnen. Ik wil liever naar buiten en mijn visie invulling geven via projecten.’

Hoe ver zijn jullie praktisch met de huidverzorgingslijn?
‘We hebben twee producten ontwikkeld en getest, die liggen klaar. We zijn bezig met het verrijken van een bestaand stuk bos op de Veluwe waar nu nog monocultuur bomen in rechte lijnen staan, oorspronkelijk bestemd voor houtkap. Als je straks de crème koopt, krijg je het verhaal erbij, je kunt naar het bos komen. We willen direct de verbinding leggen tussen de consument en het product. Van de honderd producten die je nu gebruikt of eet, weet je van het overgrote deel niet waar ze vandaan komen of wat erin zit. En vaak al helemaal niet wat de gevolgen zijn, ecologisch gezien, van het produceren.’

Is de omslag van landbouwgrond naar voedselbossen niet te duur?
‘Op korte termijn, en als je het langs de meetlat legt van een economie die elk jaar moet groeien, misschien. Vooral omdat je er veel mankracht voor nodig hebt. Maar na een aantal jaren wordt het steeds productiever. En wat betreft de mankracht: we hebben genoeg mensen. Er zijn nog nooit zoveel mensen geweest op aarde als nu. En we hebben die gekke scheiding gemaakt tussen “natuur” en “mens” die funeste gevolgen heeft. Als je mensen kunt inzetten door een x aantal uur per week in zo’n bos te werken, is dat een win-winsituatie.’

Tanks op zonne-energie

De eerste keer dat ik Tom van de Beek sprak, kwam hij net terug van de klimaattop in Parijs, waar hij een lezing had gegeven en Bill Gates de hand kon schudden. In de plannen van de laatste om met geld en technologie klimaatproblemen op te lossen, gelooft Van de Beek niet: ‘Het grootste probleem voor de aarde – en dus ook voor het klimaat – is dat we hardnekkig denken in termen van groei. Het economische peil wereldwijd móét met drie procent groeien. Dus de komende honderd jaar kun je ontzettend veel zonnepanelen gaan verkopen. Daar kunnen rijke mensen die daar nu in investeren, nog rijker van worden. We kunnen oorlogen gaan voeren met tanks op zonne-energie. En de aarde raakt hoe dan ook nog meer uitgeput, want die drie procent moet ergens vandaan komen. Op zo’n klimaattop, net als op het World Economic Forum in Davos, wordt vooral gekeken naar symptomen, niet naar de aard van het probleem. In lijn met Bill Gates’ visie wordt hardnekkig geloofd in de zogenaamde “techno-fix”: de technologie die ons wel zal redden. Volgens mij moeten we toe naar een ander soort economie. Niet het bestaande systeem aanpassen, maar levensvatbare alternatieven ertegenover zetten. Op het gebied van economie, politiek, onderwijs, voedsel, enzovoort.’

Waarom is technologie geen oplossing?
‘Er zijn ook mensen die zeggen dat we de problemen die voortkomen uit bijensterfte kunnen oplossen met een drone die gewassen bestuift. Daar zit business in. Maar het is geen oplossing, het is alleen symptoombestrijding. De kennis van hoe de aarde fungeert of hoe ecosystemen werken, wordt weggestopt. Het risico: uiteindelijk is het evenwicht zodanig verstoord dat we niet meer terug kunnen. Natuurlijk zijn drones knap, maar ze zijn beperkt, geen langetermijnoplossing. We scheppen een nieuwe wereld vanuit ons eigen beperkte bewustzijn. De aarde heeft miljarden jaren op zichzelf gefunctioneerd, er komt nu misschien een moment dat ze dat niet meer kan omdat we haar te veel naar onze hand hebben gezet. We zijn superslim, bedenken de meest bijzondere dingen, maar we zijn niet eens in staat om in harmonie te leven met elkaar of met de aarde. We zijn bezig met een uitroeiingsslag die nooit eerder is voorgekomen, de 6th mass extinction. Er zijn mensen die zeggen: dieren genoeg, het maakt niet uit als de bij of de olifant verdwijnt, wij zijn de kroon op de schepping, wij redden ons wel. En als niet iedereen zich redt, zijn er wel een paar miljoen die zich redden.’

Dat is niet zo?
‘Dat is niet hoe ik erin sta. Wij hebben gemakkelijk praten, zitten aan de goede kant. De rijkste twee procent van de wereld. Vervolgens proberen heel veel van ons ook nog eens heel hard hun leven lang te werken zodat ze bij de rijkste één procent gaan horen. Dat alleen al is bizar.’

Hoe kunnen we zorgen dat het evenwicht niet zodanig wordt verstoord dat we niet meer terug kunnen?
‘Zullen we eens nadenken over economische krimp? Silicon Valley met haar technologische oplossingen kan alleen floreren binnen ons huidige economische systeem van groei. Maar het probleem is juist dat systeem: dat is onhoudbaar. We moeten gaan kijken naar alternatieven. Volgens mij is een cultuurverandering nodig, en een ander wereldbeeld.’

Dat klinkt vaag.
Zonnepanelen alleen gaan de wereld niet redden.‘De Britse schrijver en voormalig voorvechter van de wereldwijde milieubeweging Paul Kingsnorth schreef The Dark Mountain Manifesto. Hij zegt: we kunnen het tij niet meer keren, het heeft dus ook geen zin om symptomen op te lossen, we zien de gigantische zwarte berg op ons af komen. De enige manier om te overleven, is eroverheen. Met andere woorden: hoe bereiden we ons voor op een wereld die drastisch gaat veranderen? Welke bagage nemen we mee? Tijdens de overtocht over die zwarte berg worden zodoende andere dingen belangrijk: of je zelf vuur kunt maken, je eigen eten kunt verbouwen. En storytelling: welke verhalen zijn de moeite waard om te leven? Misschien is een andere invulling van leven meer de moeite waard: bijvoorbeeld meer aandacht besteden aan menselijke relaties, aan vrede. Zonnepanelen alleen gaan de wereld niet redden, er zijn fundamentele veranderingen nodig in de manier waarop we ons als mensen tot de aarde verhouden.’

Met z’n allen gaan moestuinen, is toch niet realistisch?
‘Uit een recent onderzoek van de universiteit van California blijkt dat 90 procent van ons voedsel prima lokaal geproduceerd kan worden. Maar buiten dat: we zijn onszelf los gaan zien van de rest, we denken dat we geen onderdeel meer zijn van de ecosystemen. Als dat ook nog eens gepaard gaat met de wens om steeds rijker te worden, en als we blijven geloven dat we geluk via meer geld en bezit kunnen verkrijgen, gaat het op een dag mis. Zeker als je met steeds meer mensen bent op die aarde, die allemaal zo denken. De enige oplossing is weer gaan inzien dat we onderdeel uitmaken van het geheel, dus dat we als mens ook werkelijk, wérkelijk afhankelijk zijn van hoe de aarde ervoor staat.’

Op welke manier werkt u aan een oplossing?
‘Ik probeer mensen geïnteresseerd te maken in natuur. Laagdrempelig. We hoeven niet allemaal in een hutje op de hei te gaan wonen, we hebben nu eenmaal dit leven, deze steden. We kunnen wel proberen om – al is het maar klein – de connectie met de natuur terug te vinden. Er zijn moderne manieren. De Indiër Shubhendu Sharma bedacht op het fabrieksterrein van Toyota het concept tiny forests. Op een klein terrein van dertig vierkante meter kun je een bos planten. Een stukje groen dat zichzelf onderhoudt, met verschillende soorten planten en bomen, waar insecten kunnen leven, vogels op afkomen, dat niet gesnoeid hoeft te worden en waar een rijk bodemleven ontstaat. In zo’n omgeving voel je je als mens prettig. Blijkt ook uit onderzoek. In Zaandam wordt op dit moment het eerste tiny forest van Nederland aangelegd: de Kleine Wildernis.
Wij hebben zelf de KantoorKaravaan opgezet: mooi vormgegeven caravans met wifi en elektrische voorzieningen, die in het bos of op een heide staan en waar mensen kunnen werken. Op deze manier buiten werken, in de frisse lucht, tussen de bomen, is een begin. Het concept werd internationaal opgepikt; Amerikaanse, Duitse, Zweedse, zelfs Japanse kranten schreven erover.’

Niet meer zo extreem

Tom van de Beek groeide op in Ommen, zijn vader was bedrijfspsycholoog, zijn moeder lerares Nederlands. Er waren nog twee zussen en een broer. Zijn ouders geloofden in hard werken. Het gezin omschrijft hij als calvinistisch: geld en bezit nastreven was niet verkeerd, als je er maar niet openlijk van genoot. De nadruk lag vooral op ‘veel en goedkoop’, iets wat de jaren tachtig ook wel typeert en waarvan de huidige kiloknallers een erfenis zijn, zegt hij nu. Een christelijke basisschool. Daarna een studie bedrijfscommunicatie in Nijmegen.

Ik wilde puur leven. Geen drank, geen drugs, niet roken, geen dierlijke producten.Ik voelde me nooit zo op mijn plek op school. De eerste maand dat ik kwam studeren, werd ik gevraagd voor een interview voor het universiteitsblaadje over het feit dat ik veganist was, maar toch zo’n bedrijfskundige studie deed. In 1997 was dat nog heel gek.’
De enige in het ouderlijk huis die veganist werd, de enige van de studentenclub die geen alcohol dronk. ‘Nu ben ik niet meer zo extreem, hoor, maar toen was ik daarin heel strikt. Ik wilde puur leven. Geen drank, geen drugs, niet roken, geen dierlijke producten. En ik kwam in aanraking met de skatecultuur. Het skaten, maar ook de muziek en de anti-establishment-houding sprak me aan. Een van de bekendste skateboarders, Ed Templeton, was ook straight edge veganist. Hij was een van mijn voorbeelden.’

Omschrijft u uzelf als idealist? Moderne hippie?
‘Ik zie mezelf meer als realist. Hoe wij nu leven, blijkt onhoudbaar. Ons huidige voedselsysteem is een doodlopende weg: we putten de bodem uit, roeien bijen uit, manipuleren steeds meer gewassen – allemaal om maximale opbrengst te verkrijgen. Grote bedrijven hebben de touwtjes in handen, zij moeten groeien. De meeste biologische dingen in de supermarkt zijn nog steeds producten die economische groei moeten bewerkstelligen en door de monocultuur de bodem arm maken. Om nog maar niet te spreken van de vleesindustrie. Ik heb daar bij de klimaattop in Parijs niemand over gehoord, sterker nog: we kregen vlees in de trein, vlees bij de ambassade. Terwijl de vleesindustrie een van de grootste bijdragers is aan uitstoot van broeikasgassen. In hoeverre zijn we eigenlijk bereid bepaalde verworvenheden, of wat wij “comfort” noemen, aan te passen? Veel mensen zijn er nog steeds van overtuigd dat we vlees en melk nodig hebben. Alternatieven zijn er genoeg, maar ze worden nauwelijks toegepast, want ze passen niet binnen ons economische systeem. Mijn verhaal is dus: het systeem moet veranderen.’

Een groeiend voedselbos in Amsterdam. Uiteindelijk zijn voedselbossen vijf keer productiever.

Stel dat u gelijk hebt. Wat dan?
‘Het lijkt geen leuk verhaal, maar we moeten krimpen, terug naar een niveau dat in balans is met wat de aarde aankan. Sommige landen moeten nog groeien, op een verantwoorde manier, zodat we wereldwijd meer op een gelijk niveau komen. Door de oneerlijkheid is ook veel verpest, alleen daar merken wij niet zo veel van. Verder zou het helpen als we weer om natuur gaan geven. De natuur zelf is circulair, en dus het beste voorbeeld van hoe een economie zou kunnen werken. Hoe het wel werkt.’

Maar daar is toch geen beginnen aan?
‘Als mensen de wereld willen verbeteren, blijven ze vaak denken vanuit het huidige economische systeem. Een voorbeeld is energie. We moeten nieuwe manieren vinden om in onze energiebehoefte te blijven voldoen als het niet meer met fossiele brandstoffen kan. De oplossing die wordt verzonnen, is renewables: zonne-, wind-, wellicht kernenergie. Niemand stelt de vraag: kan die energiebehoefte anders? Alle energiebedrijven, ook alle duurzame energiebedrijven, misschien met uitzondering van zo’n bedrijf als Vandebron, hebben er baat bij dat wij veel energie verbruiken, dat de energiebehoefte in stand blijft. Daar verdienen ze geld mee.

Je kunt het omdraaien: als we ander soort levens gaan leiden waarvoor we minder energie nodig hebben, is het hele probleem weg. Dan heb je het over iets fundamenteels: wat maakt het leven de moeite waard om te leven? Is wat wij progressie of vooruitgang noemen wel de vooruitgang die we nastreven? En wat we ervoor opgeven, is dat niet te waardevol om op te geven? Kunnen we bijvoorbeeld minder energie-intensief leven?’

Hoe?
‘Wil je in één dag naar Frankrijk kunnen rijden in een Tesla van honderdduizend euro, of kun je genoegen nemen met langzamer? Je kunt ook fietsen naar Frankrijk. Of lopen. We willen snel omdat we het gewend zijn. Zou langzamer erg zijn? Als financiële groei niet meer het hoogste doel is misschien niet.’

Maar u komt ook net teruggereden uit Frankrijk…?
‘Ja ik doe het ook. Ik ben het ook gewend. Maar ik vind dat interessante en noodzakelijke dingen om over na te denken. Naar Frankrijk lopen, of de berg op klimmen, is misschien niet voor iedereen weggelegd. Maar het is een mogelijkheid.’

De manier waarop wij denken, in het Westen althans, in termen van economische groei en Tesla’s van honderdduizend euro als oplossing, is niet in een dag te veranderen.
‘Nee. Klopt. Maar er is niet heel veel tijd meer. Ik was in Vermont op bezoek bij Ben Falk, een man die baanbrekend werk doet op het gebied van permacultuur en voedselbossen. Ik vroeg waarom hij dat met machines aanlegde. Zijn antwoord was: “Met de brandstoffen die er nog zijn, kan ik zo snel mogelijk greppels graven, nu het nog kan. Als ik alles met de hand zou doen, zou ik tien keer zo lang bezig zijn, die tijd hebben we niet meer.” Dat is ironisch. Het is ook een typisch Amerikaans antwoord. Maar misschien is het waar. Je kunt nu nog naar Argentinië vliegen en daar een eco-community starten. Straks kan het misschien niet meer.’‘

Tom van de Beek. Foto: Valentina Vos

Wie Tom van de Beek

Bekend van Verschillende duurzame ondernemingen zoals The Tipping Point Foundation (verwijst naar het ‘kantelpunt’, waarna dingen vanzelf gaan rollen) en projecten zoals I Love Beeing (en de bijenkasten in het Amsterdamse Westerpark). Midden op de Veluwe staat SustainsVille: een zelfvoorzienend dorpje voor digitale nomaden. Hij staat aan de wieg van Butch and Sundance Media en het Strawberry Earth Film Festival.

Waarom Werkt momenteel aan een ambitieus plan om voedselbossen op de kaart te zetten.

Enz. In oktober was Tom van de Beek mee op een studiereis van Green Cross International naar Fukushima. Bij thuiskomst bleek dat de koffiemok die het reisgezelschap had gekregen als souvenir van de organisatie radioactief was. De substantie die in de bodem van de mok was gegoten, had een hoge radioactieve waarde. Het was een foutje. Er zit in allerlei dingen uit de wijde omtrek van dat gebied radioactieve straling waar niemand nog weet van heeft. ‘Ik zat toen met die mok. Het probleem in het groot kwam ineens dichtbij: weggooien kan niet, verbranden niet, ingraven niet. De straling blijft bestaan en is gevaarlijk voor de gezondheid. Er werd ons gevraagd om de mok naar een lab te sturen voor onderzoek. Dus nu ben ik er weer vanaf.’