Ik zit in mijn eentje in de bioscoop. Ik kijk naar haar. Ze draagt geen make-up, een crop top en een strakke spijkerbroek. Ze beweegt zich met de panache van een blue collar New Yorkse. Ze gooit een vuilniszak met een vloeiende beweging in een container. Haar kaken malen kauwgom. De nieuwe Lady Gaga, terug van heel lang weg geweest.

Sinds A Star is Born, waarin Lady Gaga overtuigend naar een Oscar lijkt te reiken, zegt iedereen van haar te houden. Maar ik hield als eerste van haar. Ik bedoel: ik was geen Little Monster. Ik ben bang voor grote concerten en ik krijg het niet voor elkaar om überhaupt fan van iemand te zijn. Ik ben best bereid iemand te aanbidden, maar dat moet dan toch een beetje wederzijds zijn. Dat neemt niet weg dat ik haar op de voet volgde. Mijn obsessie mondde zelfs uit in een masterscriptie, gewijd aan haar werk, al flink wat jaren geleden. Ongedoucht en in het gezelschap van een volle asbak zat ik op mijn studentenkamer over een glamorous leeftijdsgenoot te...