Column

De eerste kennismaking met Ger van Elk (1941) had ik in de Amsterdamse galerie Art & Project. In die jaren waren de Vlamingen niet meer gefascineerd door Parijs, maar hadden ze een hoge dunk van Amsterdam. Dáár gebeurde het! In 1967 richtte Van Elk samen met Jan Dibbets en Reinier Lucassen het Internationaal Instituut voor de Herscholing van Kunstenaars op, dat verantwoordelijk was voor een aantal manifesten en projecten in de stijl van de conceptuele kunst. Hij was geobsedeerd door vernieuwing.

Ger van Elk vond ik in de jaren zestig en zeventig een buitengewoon intrigerende kunstenaar, omdat hij op een bijzondere manier schoonheid en intelligentie met elkaar wist te associëren. Zijn kunst was niet zomaar mooi, er zat altijd een idee achter. Daarvoor werd hij soms genegeerd. Zo had hij te midden van de oceaan een blokje hout gelegd en dat geschilderd. ‘Is die man helemaal knettergek geworden?’ vroegen de critici zich af. Maar Van Elk wou gewoon de meest zuivere plek op...