Column

Avery Preesman (1968) is een autonoom kunstenaar. Hij heeft een eigen taal, een eigen identiteit. Preesman behoort tot geen enkel clubje binnen de hedendaagse kunst. Zoals hij zingt, zingt niemand. Zijn werk heeft zo’n eigen karakter dat je het nooit helemaal kunt ‘bezitten’. Zelfs als je het koopt en in je woonkamer hangt, kun je het je nooit eigen maken. Het straalt een grote autonomie uit. Het cement, de verf, het metaal: de grondstoffen zitten verankerd in dat kunstwerk.

Vaak keert een parabolisch gebogen lijn terug, die enkele punten in een overweldigende beweging met elkaar verbindt en een ritmisch proces doet ontstaan. De dynamiek wordt nog versterkt doordat Preesman de verf in lagen op het doek heeft aangebracht en zo de kleur fysiek aanwezig en voelbaar maakt. Tegelijk laat hij door die techniek te hanteren, zijn doeken een warme intensiteit uitstralen. Preesman gebruikt een heel speciaal kleurenpalet. Zelfs als hij zomaar opteert voor groen, rood en oranje, tovert...