Column

Loek Grootjans (1955) volg ik al decennia. Ooit stelde ik hem tentoon in een Vlaams dorp, alwaar hij rode en witte teksten op de vloer van een varkenshok kleefde. Zéér fascinerend.

Onlangs bezocht ik hem in zijn atelier in Breda – Grootjans woont in Vlissingen maar werkt in Breda. Jezus, jezus, wat heb ik staan kijken toen ik zijn zogenaamde atelier binnentrad! Het was er precies alsof er een decor voor een toneelstuk werd afgebouwd. Overal trof ik rommel aan; blokken hout, afval en in een heel klein hoekje een rij flessen, die de essentie van zijn kunst lijken te vormen. Grootjans verzamelt sporen van de plaatsen waar grote kunstenaars zijn neergestreken, van modder tot water en schilfers – en hij bewaart deze in flessen. Die verpakt hij vervolgens in een minidoosje en met een microscoop kunnen de vondsten nu bewonderd worden.

Of dit nou grote kunst is? Ik weet het niet.

Maar het plastische verhaal is interessant. Vroeger schilderde Grootjans vrij monochrome werken in...