Portret kunstenaar Jan Fabre

‘Pas sinds een jaar heb ik het gevoel dat ik echt kunstenaar ben geworden. Eindelijk heb ik de middelen om die duizenden schetsen, tekeningen, maquettes en ideeën te realiseren. Mijn recente tentoonstelling in het Louvre werd als een eindpunt beschouwd, maar ik zie het als een ultiem begin.’

De bijna vijftigjarige Vlaamse theatermaker en beeldend kunstenaar Jan Fabre vouwt in de keuken van zijn factory zijn pizza slordig op. Het is negen uur in de avond en hij gaat nog de hele nacht door. ‘Twee, drie uur slaap is voor mij meer dan voldoende.’ Tot middernacht bellen zijn medewerkers de hele wereld rond. Fabre is net terug uit Kroatië en reist over enkele dagen naar Oostenrijk waar hij ‘een totaal eigenzinnige expositie zal opslaan’.

In een Antwerpse ‘moeilijke wijk’ – kerkje, pleintje, verloederde straten vol allochtonen – heeft hij een vervallen schooltje omgebouwd tot een stijlvol Fabre-epicentrum met bijdragen van tientallen internationaal vermaarde...