Roman – Naast Komrij

‘Ga maar, en verander de wereld,’ zegt de moeder van Anton de Kom tegen haar zoon. En De Kom? Hij ging, reisde naar Nederland en schreef zijn magnum opus Wij slaven van Suriname (1934).

Even nagezocht: in de vele kasten beslaande afdeling Nederlandse Literatuur in de bibliotheek van de Universiteit Utrecht is Wij slaven van Suriname onvindbaar. Wie op internet het schier onuitputtelijke magazijn doorzoekt, vindt één exemplaar.

‘Lost’, staat erachter.

Karin Amatmoekrim geeft De Kom een stem in De man van veel, haar vijfde roman. En dat doet ze uitstekend: het veelgeprezen Het gym (2011) leed nog aan een gebrek aan pretentie, maar ditmaal zet Amatmoekrim hoger in.

In De man van veel laat ze De Kom in de maanden voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog terugkijken op een geëngageerd leven vanuit een bed in een psychiatrische inrichting. Eerst nog high van slaapmiddelen, later steeds helderder, kijkt hij gedesillusioneerd terug: hij heeft zijn betrokkenheid...