09-05-2009
Door Dirk van Weelden

Over het uitgedroogde gazon kwam een jongen aanlopen. Een kersverse student, in een verschoten spijkerbroek, een geel T-shirt en een colbert van gebroken witte manchester stof. Hij wist dat hij bekeken werd, dat was op te maken uit de stoere, wat stijve tred waarin hij toch iets zwierigs legde. Uit de linkerzak van het jasje stak een boek, een rode pocket.

Toen hij het gazon bij de kampeerboerderij was overgestoken, zocht hij een stoel, haalde een zonnebril uit zijn binnenzak, zette die op en begon vervolgens een sigaret te rollen. Javaanse Jongens-shag in de smalle papieren verpakking.

Het was het eind van de zomer van 1978 en we bevonden ons op Ameland. Ik was er als student-assistent van de lector aan de Rijksuniversiteit Groningen, die verantwoordelijk was voor de introductie van de nieuwe filosofiestudenten, een stuk of veertig. Die introductieweken begonnen met een weekend op het eiland, om kennis te maken met elkaar, het vak en de...