‘Niet alle Nederlanders zijn slecht’

Prakoso staat elke zondag vroeg op. Aan de muur van zijn slaapkamer hangt dan al het pak dat hij die dag wil dragen. Soms is dat het pak van de plantagemanager, een andere keer gaat hij als Nederlands student. Prakoso is zestien en wil later president van Indonesië worden. Maar zijn interesse ligt niet bij de moderne politiek, maar bij het Neder­landse verleden van zijn land. In zijn kamer staat een scheepskist met daarin een Neder­lands geweer, een collectie tropenhelmen en een willekeurige verzameling Nederlandstalige boekjes; hij is de taal niet machtig. Om halfzes springt hij op zijn Nederlandse Fongers-fiets en sjeest naar Plaza Indonesia, het enorme plein waaromheen het moderne Jakarta is gebouwd. Rondom dat plein verzamelen zich elke zondagochtend Indonesiërs in tropenpakken, KNIL-uniformen en damesjurken. De antieke fiets is de gemeenschappelijke deler, maar de belangstelling gaat verder. ‘Het is een herinnering aan de tijd die...