Vorige week wilde ik iets schrijven, een genuanceerd stukje over gedragscodes, goede bedoelingen en hoe die in hun tegendeel kunnen verkeren, toen de cartoonaffaire haar hoogtepunt dreigde te bereiken en de pen even verwisseld moest worden voor de trom. Althans, zo ervoer ik dat.

Er zijn politici die het een wenkend perspectief vinden, dat van ‘alle neuzen dezelfde kant op’ en eendracht maakt macht, maar behalve in de sport vinden de meeste Nederlanders zo’n grote eensgezindheid niet alleen saai, maar zelfs onheilspellend. Wat gebeurde er? De een na de ander stond op om ons grondwettelijke systeem nog eens toe te lichten: dat moest, dat waren we aan onszelf verplicht en aan de vrijheid, maar na een paar dagen vaandel zwaaien voelde je al het ongemak en de verlegenheid. Wat zijn we het allemaal verschrikkelijk met elkaar eens. Nee, niet allemaal, er waren wat moslims die er anders over dachten, maar ook weer niet zo anders, dat ze de boel hier in de fik staken. Kerkelijke...