Op een receptie in de Rook-salon van de Tweede Kamer (bedrieglijke naam, want roken is er verboden) kwam ik Ed van Thijn tegen. We houden van dezelfde sigaren en van gesprekken over politiek dus liepen we samen naar het station. Dat kwam goed uit want ik moest een column schrijven over de knock-out van de PvdA bij de Europese verkiezingen en de voormalige burgemeester van Amsterdam weet alles van verkiezingsnederlagen.

In 1967 was hij voor het eerst betrokken bij de Tweede Kamercampagne van zijn partij. Het waren roerige tijden: rookbommengooiers hadden het huwelijk van Beatrix en Claus verstoord, Provo hield happenings op het Spui, de hippies zaten op de Dam. De sociaal-democraten kregen te maken met concurrentie van de linkse PSP, de revolutionairen met stropdas van D66 en de populistische Boerenpartij. Lijsttrekker Joop den Uyl beet in het zand: zes zetels verlies.

Die zomer schreef Van Thijn een analyse. De aanhang van de PvdA bleek in twee groepen te zijn uiteengevallen: de...