Roman

Je zou Melchior Steenbergen een typische midlifecrisisfiguur kunnen noemen – als hij daar niet zo’n twintig jaar te oud voor was geweest. Negenenvijftig, consul-generaal in Rio de Janeiro, net een jongere, avontuurlijke vrouw aan de haak geslagen.

Mede namens mijn vrouw, Aliefka Bijlsma’s tweede roman, begint op het moment dat Steenbergen langzaam de controle verliest. Zijn vrouw is chronisch vermoeid en Steenbergen ligt overhoop met zijn tweede man op de ambassade. Die weet duidelijk niet hoe het hoort: hij vermijdt belangenverstrengeling, smijt niet met geld en voert zijn taken op tijd uit.

Een hoofdpersoon met een hopeloos misplaatst zelfbeeld, ernstige – mogelijk tropische – ziektes, machtsspelletjes en corruptie. Allemaal tegen een fascinerend exotisch decor. En toch is Mede namens mijn vrouw doordrenkt van Hollandse kneuterigheid. Beerenburg in plaats van caipirinha, klompendans in plaats van samba.

Dat komt vooral door Bijlsma’s stijl, die de ene keer burgertruttig...