‘Of je nou VVD’er of CDA’er bent, Limburg is en blijft één grote vriendenrepubliek.’

Toen ik in 1982 Jos van Rey als nieuw Kamerlid voor de VVD leerde kennen, was hij al een omstreden man.

Maar vooral vanwege zijn gepeperde uitspraken over het CDA, door hem het ‘Corrupt Democratisch Appel’ genoemd. Acht jaar eerder was de slagerszoon de locale politiek ingegaan, voor de liberalen, omdat hij bezwaar had tegen de alomaanwezigheid van de grootste partij, de aan de KVP verwante groepering Katholiek Roermond. Ook als Kamerlid greep hij elke kans aan om het nepotisme van de Limburgse christen-democraten aan te klagen, daarbij van harte gesteund door fractieleider Ed Nijpels, een man die op zijn kamer een kast vol hangmappen had staan.

Demonstratief had hij het onderwerp ‘christen-democraten’ naast het dossier over criminelen opgeborgen. Nijpels zelf kon er hartelijk om lachen. Van Rey stortte zich in 1986 vol overgave op de SBDI-affaire: gesjoemel met overheidssubsidies...