In een vurig artikel keerde Henry Kissinger zich zomer 2001 in het blad Foreign Affairs tegen de doctrine van de universele jurisdictie. Aanhangers daarvan vinden dat sommige misdrijven zo ernstig zijn dat de daders nergens veilig mogen zijn. Ze moeten altijd en overal ter wereld kunnen worden vervolgd. In minder dan tien jaar, schreef Kissinger, is een ongekende beweging ontstaan die de internationale politiek ondergeschikt maakt aan gerechtelijke procedures. ‘Buitengewoon snel, zonder systematische discussie en voor een deel te wijten aan de intimiderende passie van haar aanhangers.’

Aanleiding voor Kissingers waarschuwing was de actie van de Spaanse onderzoeksrechter Baltasar Garzón, die de oude Chileense dictator Augusto Pinochet alsnog voor de rechter wilde slepen. Niet toevallig volgde Kissinger die zaak met aandacht, want ook zijn eigen rol als Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken was hier in het geding – Amerika steunde Pinochets staatsgreep en nam de moord...