Toen in 1980 het CDA werd opgericht, deden de nazaten van Abraham Kuyper, Alexander de Savornin Lohman en doctor Herman Schaepman hun uiterste best niet op de Duitse CDU te lijken.

De Nederlandse christendemocraten waren progressief en evangelisch bevlogen en niet zo gehecht aan de status quo als hun geestverwanten ten oosten van Bad Bentheim. De CDA’ers geloofden niet in economische groei maar in waarden als soberheid en duurzaamheid. ‘Niet bij brood alleen’, heette het eerste verkiezingsprogramma dan ook.

Er waren meer verschillen. De CDU en haar Beierse zusterpartij CSU wilden het land volplempen met kruisraketten, de Nederlandse fusiepartij kende atoompacifisten die vooral uit de gereformeerde hoek kwamen. Had de profeet Jasaja niet gezegd: ‘Zij zullen hun zwaarden tot ploegijzers omsmeden en hun speren tot snoeimessen’? Voor zulke Bijbelse citaten kon je parlementariërs als Sytze Faber, Jan van Houwelingen en Jan Nico Scholten in het holst van de nacht wakker...