Liesbeth Bruggeman-Tersteeg, op 5 augustus op negenenzeventigjarige leeftijd in Den Haag overleden, was een trouw en lastig lid van zowel de VVD als Amnesty International. Vergaderingen sloeg zij zelden of nooit over, steevast vroeg zij het woord. Bij Amnesty kreeg ze de bijnaam ‘De gesel van de Algemene Vergadering’. Haar resoluties werden meestal aangenomen en zo kreeg ze ook de bijnaam ‘Het geweten van de achterban’. Honderden brieven heeft zij geschreven naar gevangenen die vaak tot lange straffen waren veroordeeld, louter en alleen omdat ze iets hadden gezegd of geschreven wat de autoriteiten niet beviel. Ze was een doener, nooit volgzaam. Streng kon zij het bestuur kapittelen als zij vond dat het Amnesty-beleid politieke trekjes vertoonde. Dat mocht niet, Amnesty was er om te vechten voor mensenrechten, niet om politiek te bedrijven. Zo hadden de oprichters, Britse liberalen, het bepaald en zo moest het blijven. Haar eigen politieke VVD-vrienden konden een brief op poten...