Op de voorwaardelijke celstraffen van drie jaar die een Italiaanse rechtbank in februari oplegde aan drie medewerkers van Google Video (de voorloper van YouTube) werd in de Verenigde Staten met verbijstering gereageerd. De uitspraak zou haaks staan op het first amendment, waarin het recht op vrijheid van godsdienst, meningsuiting, drukpers en vergadering is geregeld.

De veroordeling betrof een filmpje dat in 2006 tweeënhalve maand op het web stond en na klachten was verwijderd. De opnamen brachten uitvoerig de pesterijen in beeld die een verstandelijk beperkte jongen zich moest laten welgevallen. De openbaarmaking van de beelden stond volgens de Italiaanse rechter gelijk aan strafbare schending van de privacy van het slachtoffertje – een argument dat aan de andere kant van de oceaan op overwegend onbegrip stuitte.

– Met menselijke waardigheid had de vertoning niets te maken

The New York Times signaleerde een intercontinentale spraakverwarring. Amerikanen zouden privacy...