‘Het gebruik van mythes in de politiek associëren we met iets kwalijks: machthebbers zetten een strategisch verhaal in om ons mee te lokken in hun idee. De neiging in de filosofie is voortdurend die mythes door te prikken. Maar mythes zijn in de politiek juist noodzakelijk. Denk aan de parabel van de kleren van de keizer: volk en hofhouding houden niet voor niets vol dat hij wél kleren aanheeft. Het bedrijven van, maar ook het vertrouwen hebben in politiek is alleen mogelijk als je tot op zekere hoogte in het verhaal gelooft. Dat betekent wel dat de rol van het kind uit de parabel, dat roept dat de keizer eigenlijk naakt is, van groot belang is. In de klassieke democratie stond vrije meningsuiting in het teken van waarheidsvinding. Plato, Socrates en Aristoteles stelden filosofen en parrèsiastès, vrijmoedige sprekers die op zoek waren naar waarheid, tegenover mensen die met meningen strooiden uit effectbejag. In onze democratie is vrijheid van meningsuiting nog altijd een groot...