In 1986 werden de eerste gemeenteraadsverkiezingen gehouden waarbij ook niet-Nederlanders hun stem mochten uitbrengen.

Geen initiatief van de politiek-correcte linkse kerk, zoals je nu misschien zou denken, maar van oud-minister van Binnenlandse Zaken Hans Wiegel. De migrant moest dichter bij de politiek worden gebracht, vond de VVD’er. Om te beginnen op lokaal niveau.

De partijen die bij de verkiezingen uitkwamen, begonnen te experimenteren met wat tegenwoordig etnomarketing wordt genoemd: moest je de gastarbeiders uit Anatolië en het Rifgebergte en nieuwe Nederlanders uit de voormalige koloniën op een andere manier aanspreken dan de kiezers die hier waren geboren en getogen? Het antwoord was aanvankelijk: ja. Dus doken op partijbijeenkomsten van het CDA Antilliaanse steelbands en Molukse muziekgroepen op. Ook exotische hapjes waren voortaan verkrijgbaar. De liberalen wilden niet te veel fratsen uithalen, maar waren zich er wel van bewust dat persoonlijke contacten belangrijk...