Hoe verschillend ze ook schrijven – Jerry Hormone rauw en direct, Elfie Tromp beeldend en vilein –, beiden hebben ze oog voor de nachtkant van het leven, voor de mislukking. ‘Dat studentikoze getrut aan de grachten is aan ons niet besteed.’

De Amstelkerk, donderdagmiddag 21 januari dit jaar. De BNG Bank Literatuurprijs gaat zo uitgereikt worden. Op de eerste rij zitten de drie genomineerde schrijvers, die voldoen aan de vereisten: ze zijn nog geen veertig, zijn nog niet doorgebroken en werken aan een oeuvre waarvan we meer gaan horen. Vanuit de zaal gezien zitten Jamal Ouariachi en Henk van Straten aan de rechterkant van de eerste rij, op gereserveerde plaatsen. Aan de linkerkant van die rij zit Elfie Tromp (30). Op het laatste moment ploft een scherpgeklede jongeman steunend naast haar neer; ik herken hem aan de opmerkelijke portretfoto die de voorkant siert van zijn die dag verschenen verhalendebuut Het is maar bloed.

Vooral dat lange haar doet het ’m, dat doet denken...