Oscars / His Dudeness

Een interessant personage kan, zoals bekend, een acteur onsterfelijk maken. Al Pacino dankt waarschijnlijk een groot deel van zijn statuur aan Michael Corleone, en Robert De Niro was misschien nooit zover gekomen zonder Travis Bickle.

Jeff Bridges moest het lang doen zonder zo’n grote defining role. Bridges (62) speelde in goede films (The Last Picture Show, The Fabulous Baker Boys), aardige films (Starman, TRON) en mislukte films (Heaven’s Gate, een van de meer roemruchte flops in de filmgeschiedenis). Wie er een paar (terug)kijkt, merkt op dat hij altijd goed is, vaak zelfs uitstekend, maar zelden groots. Bridges leek niet het soort acteur dat in zijn werk allerlei persoonlijke demonen aan het bestrijden is (had-ie ze wel?). Hij leek sowieso niet veel van zichzelf mee te nemen naar de set. Zijn acteren zou je eerder naturel dan maniëristisch kunnen noemen, en er kleefde – geheel tegen de Hollywoodmores in – iets bescheidens aan hem, iets onbaatzuchtigs,...