De lijdende linksbuiten van de VVD

Hoe is het om op dit moment links-liberaal te zijn in de VVD? Kamerlid Jeanine Hennis-
Plasschaert schippert, twijfelt en lijdt in het openbaar.

Haar lichaamstaal zei alles: hangende schouders, grimmig trekje rond de mond, het lijf enigszins onderuitgezakt in het blauwe Kamerbankje. Jeanine Hennis-Plasschaert, Kamerlid voor de VVD, beleefde op 15 november vorig jaar niet de vrolijkste dag uit haar politieke carrière. Ze moest, net als de rest van haar fractie, tegen een motie stemmen die het kabinet opriep een einde te maken aan weigerambtenaren: gemeentemedewerkers die vanwege hun geloof geen homostellen willen trouwen. Dat was zo afgesproken met coalitiepartner CDA. En met de SGP, de orthodox-christelijke partij die het kabinet-Rutte in de Eerste Kamer aan een meerderheid helpt.

Geen enkel liberaal Kamerlid stemde van harte tegen. Al helemaal niet toen bleek dat gedoogpartner PVV onverwachts vóór stemde, waardoor de motie toch een meerderheid haalde. Maar voor Hennis-Plasschaert was het extra pijnlijk: ze werpt zich al jaren op als de beschermheilige van homo’s en lesbiennes. Als VVD-europarlementariër (2004-2010) bezocht ze regelmatig Gay Prides in Kroatië, Letland en Servië – landen waar homoseksuelen te maken krijgen met discriminatie en geweld. Ook in de Tweede Kamer maakt ze zich hard voor de roze gemeenschap. ‘Ik heb nooit begrepen waarom je erop wordt afgerekend als je als man van een man houdt en als vrouw van een vrouw,’ zei Hennis-Plasschaert ooit tijdens een radio-interview. ‘Dat heb ik al van jongs af aan gehad.’ Door de weigerambtenarenepisode is Jeanine Hennis-Plasschaert uitgegroeid tot het gezicht van de morele inschikkelijkheid van de VVD. In ruil voor regeringsmacht doen de liberalen verregaande concessies aan hun principes: aan de PVV op het gebied van democratie en rechtsstaat, richting de SGP als het gaat om homo-emancipatie en scheiding van kerk en staat. Er zijn meer VVD’ers die zich ongemakkelijk voelen over deze dubbele knieval, maar zij lijden in stilte. Progressieve partijcoryfeeën als Frank de Grave en Annemarie Jorritsma roeren zich niet of bagatelliseren de situatie. En ook Kamerleden als Han ten Broeke, Cora van den Nieuwenhuizen en Betty de Boer, die zich ideologisch verwant voelen met Hennis-Plasschaert, doen er het zwijgen toe.

Zo niet Jeanine Hennis-Plasschaert: de parlementariër maakt ons zonder gêne deelgenoot van haar liberale lijden. In talloze interviews benadrukt ze dat ze vanuit haar beginselen 
zélf een andere keuze zou hebben gemaakt, maar dat deze concessies nu eenmaal nodig zijn om andere dingen voor elkaar te krijgen. Ze verzucht dat de samenwerking met de PVV ‘niet mijn droomcoalitie’ is. Ze zegt dat ze haar voorgeschiedenis in het Europees Parlement ‘never nooit niet’ zal verloochenen.Dat is een heel andere aanpak dan die van Ad Koppejan en Kathleen Ferrier, de ‘dissidenten’ van de CDA-fractie. Die stemmen niet alleen tegen hun principes in, ze doen na afloop ook nog alsof ze reuze tevreden zijn met de uitkomst. ‘Ik heb bij Jeanine een ander gevoel dan bij Koppejan en Ferrier,’ zegt Kamerlid Tofi Dibi (GroenLinks). ‘Die doen altijd alsof ze succes hebben, terwijl ze overduidelijk diep door 
het stof zijn gegaan. Hennis-Plasschaert verwoordt het beter. Ze zegt gewoon: eigenlijk ben ik vóór, maar we hebben dit nu eenmaal afgesproken in de fractie, dus stem ik tegen. Daardoor komt haar geloofwaardigheid niet in gevaar. Al loopt ze wel het risico dat mensen gaan denken: o jee, daar heb je de vrouw weer die zoveel dilemma’s heeft.’Hennis-Plasschaerts openhartigheid siert haar. Maar het maakt haar ook kwestbaar. Hoe lang kan ze nog pragmatisch zijn? Wanneer verliest ze haar geloofwaardigheid?

Met haar koffertje
Jeanine Hennis-Plasschaert begon haar politieke carrière in de meest eigenzinnige aller VVD-afdelingen: Amsterdam. In 2002 werd ze politiek assistent van wethouder Mark van der Horst. Ze was een onbeschreven blad: sinds twee jaar lid van de VVD, maar zonder enige kennis van de lokale politiek. Toch werd haar dienstverband een succes. ‘Ze bleek over veel politiek gevoel te beschikken,’ zegt Van der Horst, tegenwoordig werkzaam bij een groot consultancykantoor. ‘Ze kon snel organiseren, handig lobbyen, goed met mensen praten. Jeanine was eigenlijk meer een plaatsvervanger dan een hulpje.’ Ook qua politieke opvattingen klikte het goed: ‘Jeanine is een échte liberaal. Dat paste goed bij mij. Ik ben een vertegenwoordiger van de linkervleugel van de VVD.’

Van der Horst en Hennis-Plasschaert beheerden vrijwel uitsluitend hoofdpijnportefeuilles: de Noord/Zuidlijn, de peperdure Ceres Terminal in het Westelijk Havengebied die er werkeloos bij lag, en de luchthaven Schiphol die de geluidsnormen overschreed. Bovendien werd het college verlamd door een competentiestrijd tussen de wethouders Geert Dales (VVD) en Rob Oudkerk (PvdA). Van der Horst en zijn assistent vervulden regelmatig de rol van bruggenbouwer. Toen Oudkerk begin 2004 moest aftreden wegens prostitutiebezoek aan de Theemsweg, blies hij na afloop stoom af op de werkkamer van Van der Horst en Hennis-Plasschaert. Gebroederlijk leegden ze een fles Campari.
In 2004 vertrok Hennis-Plasschaert naar het Europees Parlement. In de liberale fractie beet ze zich vast in de burgerlijke vrijheden. Ook trok ze zich het lot aan van de vele clandestiene immigranten die op gammele bootjes probeerden Europa binnen te komen. Ze bezocht opvangkampen in Italië en Griekenland waar illegalen in ellendige omstandigheden bivakkeerden. ‘Het kan niet waar zijn dat die mensen zo worden opgevangen op Europees grondgebied,’ zei ze in een radio-interview in 2009. ‘Ze zaten daar als apen in een kooi.’ Vanuit Brussel verbaasde Hennis-Plasschaert zich ook over de verrechtsing en verruwing van het politieke klimaat in Nederland. ‘Ik ben geschrokken hoezeer de sfeer in Nederland verhard is tegenover buitenlanders,’ zei ze in hetzelfde interview. ‘Soms denk ik wel eens: goeie genade, wat waren we tolerant, en wat zijn we daar vanaf geraakt.’

Hennis-Plasschaerts strijd voor de burgerlijke vrijheden voerde haar naar Wit-Rusland, de ‘laatste dictatuur van Europa’. Ze trainde er in het geheim (‘ondergronds is een sterk woord’) liberale oppositiepolitici. Bij een van haar bezoeken, in oktober 2006, ontzegden de autoriteiten Hennis-Plasschaert de toegang tot het land. Op de grens met Litouwen werd ze samen met haar assistente uit een bus geplukt, ondervraagd en onder begeleiding van honden teruggestuurd. Een cameraploeg legde het tafereel vast: de hoogblonde europarlementariër die met haar koffertje door het besneeuwde niemandsland tussen Wit-Rusland en Litouwen ploegde.

Haar finest hour in Europa beleefde Hennis-Plasschaert in februari 2010. Ze wist het parlement over te halen een verdrag te blokkeren dat de Amerikanen eenzijdig inzage zou geven in de bankgegevens van Europeanen. Na de stemming over SWIFT, zoals het verdrag heette, kreeg Hennis-Plasschaert van haar collega’s een staande ovatie – iets wat zelden gebeurt in Brussel of Straatsburg. Niet veel later riep het blad European Voice haar uit tot Europarlementariër van het Jaar. ‘Ze was bezig aan een opmars,’ zegt Kathalijne Buitenweg, oud-Europarlementariër voor GroenLinks en een goede vriendin van Hennis-Plasschaert. ‘Ik en anderen hebben wel eens tegen haar 
gezegd dat ze een goede kandidaat zou zijn als voorzitter van het parlement. Die post wordt altijd in achterkamertjes verdeeld tussen 
de christendemocraten en de socialisten. Waarom geen leuke liberaal? Ze had zeker de kandidaat kunnen worden.’

Foto: Peter Hilz/HHFoto: Peter Hilz/HH

Ideologisch voluit gaan
En toen volgde er een duizelingwekkende dag in Athene. Het was maart 2010, en Hennis-Plasschaert had zojuist bij de Griekse minister van Justitie voor elkaar gekregen dat een Nederlandse gedetineerde naar Nederland zou worden overgebracht. Toen kwamen er, vlak achter elkaar, drie telefoontjes. De eerste twee waren van Mark Rutte en Ivo Opstelten. Of ze prominent op de lijst wilde voor de Tweede Kamerverkiezingen van juni dat jaar. Het derde telefoontje was van de Amsterdamse VVD. Of ze wethouder wilde worden als de partij in het nieuwe college van B en W kwam. ‘Het waren onwerkelijke teksten,’ zegt Hennis-Plasschaert terugkijkend. ‘En dat allemaal binnen een paar uur tijd.’

Ze koos voor Den Haag. Omdat Rutte als eerste belde. En uit loyaliteit. Ze wilde graag ‘meeknokken’ om te zorgen dat de VVD de grootste zou worden, nadat de partij ‘behoorlijk wat stront had moeten happen in de jaren ervoor’. Maar vanaf het moment dat de VVD haar lanceerde als nummer vier op de kandidatenlijst, werd Hennis-Plasschaert hardhandig geconfronteerd met de Haagse mores. In Brussel was ze één van de meer dan zevenhonderd parlementariërs, ze kon er in alle rust haar werk doen. De nationale pers rukte alleen uit als er werkelijk iets spectaculairs gebeurde – zoals de verwerping van SWIFT. Ook hoefde Hennis-Plasschaert geen rekening te houden met typisch Nederlandse fenomenen als fractiediscipline en dichtgetimmerde regeerakkoorden. Ze kon zich een veel principiëler opstelling permitteren. ‘Ideologisch kon ik voluit gaan,’ zegt Hennis-Plasschaert. ‘Dat was heerlijk.’

In Den Haag werkte dat anders. Enkele weken nadat ze was geïnstalleerd als Kamerlid, ging haar partij een gedoogavontuur aan met Geert Wilders. ‘De PVV roept bij mij eerlijk gezegd weinig gelukzalige gevoelens op,’ noteerde Hennis-Plasschaert in een dagboekje dat ze die zomer voor Opzij bijhield. Ze moest steun gaan geven aan een kabinet dat het cameratoezicht uitbreidt, de immigratie beperkt, minumumstraffen invoert, de zondagssluiting intact laat, een boerkaverbod uitvaardigt, de dubbele nationaliteit verbiedt en een ‘stand-still’ betracht op het gebied van abortus, euthanasie en stamcelonderzoek – allemaal maatregelen waar haar progressief-liberale hart niet bepaald sneller van ging kloppen. En dat in een volksvertegenwoordiging die steeds vijandiger werd tegenover haar geliefde Europese Unie. ‘Nee, dit kabinet neemt niet de politieke besluiten waar zij blij van wordt,’ zegt oud-europarlementariër Kathalijne Buitenweg. ‘Ze hoort absoluut tot de meest liberale stroming binnen de VVD. Ze is op dit moment een minderheid in de partij.’

Foto: Mathieu Cugnot/EPA/ANPFoto: Mathieu Cugnot/EPA/ANP

Grove scheldpartijen
Hoe strak het keurslijf kan zitten in de Haagse politiek, merkte Hennis-Plasschaert in maart vorig jaar. In een interview in Dagblad De Pers bepleitte ze een verbod op religieuze symbolen zoals hoofddoekjes voor ambtenaren in publieksfuncties. Dat was tegen het zere been van coalitiepartner CDA en de SGP. De VVD-fractie viel over haar heen en een woordvoerder liet fijntjes weten dat Hennis-Plasschaert ‘niet het fractiestandpunt’ had verwoord en dat het onderwerp sowieso niet tot haar portefeuille behoorde.

De hoofddoekjeskwestie was vervelend, maar verdween ook weer naar de achtergrond. Bij de weigerambtenaar is dat niet het geval. Met dit compromis lijkt de VVD in de ogen van velen een grens te zijn overgestoken. In de dagen en weken na de stemming werd Hennis-Plasschaert overladen met mails en sms’jes, waarvan veel uit homokringen. Sommige waren beleefd-kritisch. Andere waren vilein. Maar er zaten ook genoeg ‘grove scheldpartijen’ tussen, vertelt Hennis-Plasschaert. ‘Ik ben ondertussen wel wat meer immuun geworden, maar ik ben ook niet van steen. Als het maar hard genoeg is, raakt het me echt.’

Heeft ze nooit even overwogen om op te stappen? ‘Natuurlijk denk ik na over waar mijn grenzen liggen. Maar vervolgens denk ik meteen: is dat nou de oplossing, bij de eerste de beste tegenslag mijn biezen pakken? Als ik uit de Tweede Kamer stap, boek ik ook verlies.’ Ze wijst, zoals ze sinds 15 november onophoudelijk doet, op de zaken waar ze wél wat kan bereiken voor homo’s: extra maatregelen tegen ‘homogeweld’, verplichte voorlichting over homoseksualiteit op scholen, het vervallen van de sterilisatie-eis voor transgenders.

Foto: Dirk Hol/NovumFoto: Dirk Hol/Novum

Grijze muizen
Het beeld van Jeanine Hennis-Plasschaert als lijdende linksbuiten is niet het hele verhaal. Ze is namelijk ook een bijzonder effectieve parlementariër, die haar publicitaire aantrekkingskracht handig omzet in politieke munt. Binnenskamers, zeggen bronnen rondom de fractie, is Hennis-Plasschaert zeer uitgesproken: tijdens het wekelijkse fractieberaad geeft ze ongezouten haar mening. ‘Ze zegt iedereen de waarheid,’ aldus een collega. Bovendien is ze op bepaalde punten – bezuinigingen, uitkeringen, mobiliteit – minstens zo’n hardliner als de andere VVD’ers. In de Kamer heeft ze veel te maken met het duo Ivo Opstelten-Fred Teeven, dat opereert volgens het motto ‘veiligheid boven privacy’. Hennis-Plasschaert weet haar Brusselse expertise en haar contacten in het kabinet maximaal te benutten om de scherpe randjes van dat beleid af te schuren. Zo wist ze het kabinet zover te krijgen om de massale opslag van vingerafdrukken voor nieuwe paspoorten – een project dat al jaren loopt – per direct te staken. ‘Ze is een inhoudelijk Kamerlid dat binnen de fractie veel voor elkaar krijgt,’ zegt Ronald van Raak, SP-Kamerlid en niet bepaald een ideologische geestverwant van Hennis-Plasschaert. ‘Bij de VVD ging meteen de deur de dicht als je over privacy begon. Dat is nu veranderd, en dat kan op haar conto worden geschreven.’

Hennis-Plasschaerts collega-Kamerleden waarderen het dat ze openhartig is over de worsteling met haar principes. De huidige VVD-fractie, onder leiding van de behoedzame en nogal onzichtbare Stef Blok, blinkt niet bepaald uit in politieke moed. Er is maar een handjevol prominente VVD-Kamerleden: de fractie bestaat grotendeels uit grijze muizen. Dat laatste kan van Hennis-Plasschaert niet worden gezegd. ‘Ze is een uitgesproken politica,’ zegt Van Raak. ‘En die willen we graag hebben hier in Den Haag.’

De enkele-feitconstructie
Toch zit Jeanine Hennis-Plasschaert uiteindelijk opgescheept met een levensgroot dilemma. Eén keertje pragmatisch zijn, dat kan – zeker als je het op een ontwapenende wijze doet. Maar waar ligt de grens? Zelf lijkt ze aan te voelen dat die zo langzamerhand in zicht is. ‘Het is gevaarlijk om te zeggen: dit gebeurt mij nooit meer,’ zei ze onlangs in de Volkskrant. Maar, voegde ze daar omineus aan toe: ‘Aan het eind van de rit wil ik wel weten waarom ik lid ben van de VVD en niet van een andere partij.’

De volgende test voor Hennis-Plasschaerts beginselvastheid komt waarschijnlijk eerder dan haar lief is. Dit voorjaar zal Kamerlid Boris van der Ham (D66) een wetsvoorstel indienen over het schrappen van de ‘enkele-feitconstructie’, die christelijke scholen in staat stelt leraren te ontslaan vanwege hun homoseksualiteit. Tot nu toe staat onder dat voorstel ook de handtekening van de VVD. Maar net als bij de weigerambtenaar hebben CDA en SGP al laten weten dat dit plan voor hen onbespreekbaar is. En dus zou zich precies dezelfde situatie kunnen voordoen als in november: om een meerderheid te halen voor andere plannen (bijvoorbeeld extra bezuinigingen), trekt de VVD zijn steun voor het wetsvoorstel in. En driemaal raden welk Kamerlid dat straks moet uitleggen? Jeanine Hennis-Plasschaert lijkt alvast een voorschot te nemen op een nieuwe knieval aan de confessionelen. Zei ze in maart vorig jaar nog dat de VVD nóóit van gedachten zou veranderen over de enkele-feitconstructie (‘Niet zolang ik Kamerlid ben’), inmiddels antwoordt ze diplomatiek: ‘Ik kan me niet voorstellen dat we hier weer een draai maken.’

Ze zegt het niet hardop, maar waarschijnlijk hoopt Hennis-Plasschaert dat de gedoogcoalitie met PVV en SGP zo snel mogelijk ten val komt. Dat zou haar bevrijden van een hoop pijnlijke keuzes. ‘Ik denk,’ zegt Kathalijne Buitenweg, ‘dat ze alleen in Den Haag zit omdat ze hoopt dat het anders wordt.’ Het zou voor Hennis-Plasschaert helemaal ideaal zijn als dan alsnog de coalitie van haar voorkeur zou aantreden: Paars-plus. Oud-wethouder Mark van der Horst ziet het in ieder geval helemaal zitten: ‘Het is goed dat Jeanine nu de mores van het parlement leert. Er komt wel weer eens een paars kabinet, en dan kan ze mooi bewindspersoon worden.’

Evert-Jan Daniëls / HH