Jan van Duikeren. Fingerprint

De ‘meest gevraagde jazztrompettist van Nederland’ (bron: internet) treedt uit de schaduw waarmee hij als veelzijdige sideman langdurig genoegen nam. Dat het debuutalbum van Jan van Duikeren (1975) Fingerprint heet, is vast niet zonder betekenis. De maker schettert (en bij wijlen: schittert) in tien eigen composities waarmee hij een visitekaartje aflevert: dit is wat hij te melden heeft als hij niet aan de zijde van Caro Emerald, Diana Ross of een van de tientallen andere sterren vertoeft die hem inhuurden. Zijn zeskoppige band staat garant voor moddervette funk. Jesse van Ruller op gitaar of Tom Beek op tenorsax zijn bekwame begeleiders. In drie nummers blaast Candy Dulfer mee op altsax. Muzikaal-technisch staat het als een huis. Misschien ligt het aan de buigzame dienstbaarheid van alleskunner Van Duikeren dat dit geen top-cd is geworden. Zijn kracht schuilt in zijn flexibele vakmanschap, terwijl voor leiderschap originaliteit, visie, emotie, durf en...