Jan Wolkers wordt op 26 oktober vijfenzeventig jaar. Voor Wolkers is zo’n jubileum vooral iets van de buitenwereld, hijzelf kijkt altíjd terug. ‘Ook als je aan de toekomst denkt, is dat doorspekt met dingen uit het verleden.’ Een gesprek op een herfstig Texel over vergankelijkheid, nieuwe romanplannen en over Bob en Tom, zijn zonen. ‘Zonder hen had ik drie of vier romans méér geschreven. Maar romans zijn er genoeg, zulke jongens niet.’

Elke dag is Jan Wolkers in zijn atelier te vinden. Daar schildert hij, maakt ontwerpen voor zijn monumentale beelden, schrijft. Zoals het altijd is geweest. Eerst in Amsterdam, de afgelopen twintig jaar op Texel. Texel is een jeugdliefde, die begon met de Verkade-plaatsjes van Jac. P. Thijsse. Met Karina kwam hij er elk jaar. Toen zij zwanger werd, besloten ze naar het eiland te emigreren. ‘Het licht en de natuur hier, dat geeft een enorme rust. Ik bedoel niet gemoedsrust, die heb je of die heb je niet. Ik ben nooit zo’n nerveuze kakkerlak...