Dat dichters allang niet meer de onaangepaste hemelbestormers of halvegare dromers zijn waarvoor ze in het romantische gedachtengoed werden gehouden, is bekend. En ook dat het niet per se overspannen minnaars of hopeloze zuipschuiten hoeven te zijn. Met de meeste dichters van tegenwoordig kun je rustig bij je moeder langs. Nette mannen en vrouwen, als kooplieden hun geld verdienend op aangeharkte festivals, met soms een keurig gezinnetje of zelfs een tweede huisje aan een plas. Gelikte vakanties in buitenlanden waarover de dichter dan schrijft alsof hij enorme gewaarwordingen doet, terwijl hij ook maar gewoon een reisje geboekt heeft. De poëzie wordt er heus niet minder van, maar de geur van het exotische is van de tegenwoordige dichters wel wat afgegaan.

Waarom zou je je overigens ook schamen voor de modale wereld waarin je toch ook leeft? De poëzie ligt al decennialang op straat, thuis! Ook Peter du Gardijn behoort tot het gilde der huis-, tuin- en keukendichters. Hij...