23-04-2005
Door Rudie Kagie

Hij bereikte deze week de pensioengerechtigde leeftijd, maar Jan Cremer is energieker dan ooit. ‘Ik ga nog hónderden schilderijen maken. En ik kom met nieuwe boeken.’ Twee uitgaven, waaronder een brievenboek van duizend pagina’s, roepen Cremers turbulente kunstenaarsbestaan in herinnering. Zijn schelmenstreken, de stoet exen, boze schuldeisers, verbroken vriendschappen: ‘Alles moest erin.’

Ruim veertig jaar nadat zijn debuut de natie schokte, krijgen de bezorgde ouders van toen alsnog antwoord op een vraag die hen bezighield. Wat moest er terecht komen van de tweeëntwintigjarige nozem die met zijn ‘onverbiddelijke bestseller’ Ik Jan Cremer de oorlog aan het fatsoen had verklaard? De stoere memoires, volgens het omslag een mix van ‘sex, spanning & sensatie’, waren door het gemotoriseerde dubbeltalent met dezelfde brutaliteit op papier gekwakt als hij met verf op het linnen placht te doen. Behalve schrijver noemde die dekselse Cremer...